8
Ingebruikname/Functiecon-
trole
8.1 Ingebruikname
Voor de eerste inbedrijfname moet de rookafvoerklep
door een voor het vaststellen en beoordelen van de hui-
dige staat worden,
Ä
„Inspectie en onderhoudsmaat-
regelen" op pagina 57 .
Op de afdichtingen tussen lamellen en huis kunnen
sporen ontstaan die geen negatieve invloed op de
werking hebben. Het lamelveld zet zich na inbouw
exact in de afdichting en kan de kleinste toleranties
wegnemen.
Belangrijk: de behuizing moet waterpas gemonteerd
worden.
8.2 Functiecontrole
Algemeen
Rookafvoerkleppen moeten regelmatig worden gecon-
troleerd. Voor een functiecontrole is het noodzakelijk de
rookafvoerklep te sluiten en te openen. Dit gebeurt door
centrale aansturing, bijv. brandmeldcentrale.
Ingebruikname/Functiecontrole
Rookafvoerkleppen EK-JS
Functiecontrole
55