4.4 Geheugenfunctie
4.4
4.4
4.4
Geheugenfunctie
Geheugenfunctie
Geheugenfunctie ( ( ( (enkel
< < < < Om een gegeven in het interne geheugen op te slaan
Om een gegeven in het interne geheugen op te slaan> > > >
Om een gegeven in het interne geheugen op te slaan
Om een gegeven in het interne geheugen op te slaan
Het toestel kan een gegeven opslaan via de twee volgende methodes.
SAVE modus: bewaart manueel een gegeven voor één meting.
LOGGING modus: bewaart automatisch een gegeven vanaf het begin van de registratie.
Geheugencapaciteit
SAVE modus: 100 gegevens
LOGGING modus: 1600 registratiegegevens
Nummer van opgeslagen gegeven
Het nummer van het opgeslagen gegeven bestaat uit 4 digits. Het toestel kent het kleinste
nummer tussen 0000 en 1599 toe dat nog niet gebruikt is. Druk op de toets ▲ (RANGE)
of ▼ (REL /%) om het nummer van het opgeslagen gegeven te veranderen.
Om een gegeven te bewaren
Om een gegeven te bewaren
Om een gegeven te bewaren (SAVE
Om een gegeven te bewaren
1) Druk op de toets MEMORY. (het symbool " MEM " verschijnt)
2) Druk op de toets SAVE (HOLD).
(het subdisplay toont het nummer van het opgeslagen gegeven)
3) Druk op de SAVE (HOLD) toets om het gegeven te bewaren.
Druk nogmaals op SAVE (HOLD) om een tweede gegeven op te slaan.
4) Om de functie te annuleren, de MEMORY toets gedurende 1 sec. indrukken.
(het symbol " MEM " verdwijnt)
No
No
Noo o o o t t t t
No
De HOLD gegevens op het display kunnen in het geheugen worden opgeslagen.
Bewaar de gegevens op het display et sla ze als volgt op :
enkel KEW1052)
enkel
enkel
KEW1052)
KEW1052)
KEW1052)
(SAVE modus)
(SAVE
(SAVE
modus)
modus)
modus)
Nummer opgeslagen gegeven
26