3. Plaats de cursor links van het eerste teken in het bereik dat u wilt serialiseren en druk vervolgens op OK.
4. Druk op d of c om het laatste teken te selecteren in het bereik dat u wilt serialiseren en druk vervolgens
op OK.
5. Druk op a, b, d of c om de volgende parameters in te stellen (voor dit voorbeeld):
•
Activeer "4" in het menu [Tellen].
•
Activeer "1" in het menu [verhoogd met].
•
Selecteer [Normaal] in het menu [Type].
Als u ze alle wilt instellen, druk dan op OK.
6. Druk op
.
U kunt [Alles], [Huidig] of [Bereik] selecteren voor de afdrukoptie.
Verwante informatie
•
Geserialiseerde labels maken
Gerelateerde onderwerpen:
•
Serialisatie opties
91