De rode LED's knipperen twee seconden en blijven dan branden tijdens het oplaadproces.
De rode LED's gaan sequentieel AAN naarmate het opladen vordert. Wanneer de batterij
volledig is opgeladen, lichten de groene LED's op en gaan de rode LED's UIT. Schakel de
zender UIT door middel van de AAN/UIT-knop om het laadproces te
versnellen.
1. Plaats de batterij direct in het dockingstation.
Haal de batterij uit de zender en plaats deze in het dockingstation zoals
aangegeven. Zorg ervoor dat de koppeling rechtop staat of ten minste >
hoek van 45° zodat de contacten elkaar kunnen raken.
2. Zender in het docking station plaatsen.
EN
Druk de zender eerst schuin tegen de (veerbelaste)
bovenzijde van het dockingstation om de
DE
bovenzijde uit te breiden en ruimte te maken voor
zender aan de onderzijde (zie onderstaande
FR
afbeelding).
NL
Beweeg vervolgens de zender naar beneden en
laat de veerkracht van het station de zender terug
ES
tegen de laadpennen bewegen, zodat de onderste
vorm netjes in de zitting van het dockingstation
IT
past.
.PL
De oplaadbare batterijen zijn van het type Lithium-Ion. Deze accu's hebben geen
CS
"geheugeneffect" bij het opladen van een accu die niet volledig ontladen is.
TIP:
HU
• Vermijd misbruik van de batterij, overladen, oververhitting of regelmatig vallen. Dit kan
NO
permanente schade aan de cellen veroorzaken.
• Bewaar nooit een volledig opgeladen batterij bij verhoogde temperaturen. Het
FI
batterijpakket sterft niet plotseling, maar de looptijd wordt geleidelijk korter naarmate
de capaciteit vervaagt.
DK
• Door de batterij tussen 40% en 80% bereik opgeladen te houden, wordt de levensduur
RO
van de batterij verlengd.
De oplaadtijd kan tot 3,5 uur duren, afhankelijk van de staat van de batterij. Laat de batterij
RU
in de oplader totdat deze nodig is. De oplader levert een "druppel" lading, maar het zal de
batterij niet overladen. Als de batterij defect is, knipperen de rode LED's continu.
SK
Recycle de batterijen:
SV
TIP:
VERMIJD MILIEUVERVUILING. Recycle onze oplaadbare batterijen volgens de
lokale recyclingregels en -voorschriften. Als u vragen of problemen heeft met het
gebruik van uw acculader, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde HYVA-
dealer/servicecentrum.
5.3.6 Bouten &moeren
Controleer minstens één keer per maand of de bouten en moeren nog goed zijn
aangedraaid.
De verbinding van het subframe naar het chassis moet correct worden vastgezet en ook de
luiken, accessoires enz. inspecteren om correct aan de lader te worden bevestigd om het
risico te voorkomen dat u loskomt tijdens het rijden of werken met het portaalarmsysteem.
In het geval van losse bouten / moeren, laat ze aankoppelen door een HYVA-specialist. In
geval van nood, gehoorzaam de volgende aanhaalkoppels:
onderhevig aan verandering zonder
voorafgaande kennisgeving
TITAN 2,0 PORTAALARMSYSTEEM
GEBRUIKERSHANDLEIDING
38
CH-SL-UM-001 / 19-01-2023 / REV B