OPSLAG- &
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Motor
De motorinstructies die meegeleverd zijn met uw
eenheid, beschrijven specifieke procedures voor het
onderhoud van de motor. Als u de aanbevelingen van
de motorfabrikant volgt, zal de motor langer meegaan.
Pomp
De pompolie op alle eenheden moet vervangen worden
na de eerste 25 werkingsuren. Zodra de eerste olie ver-
vangen is, wordt het aanbevolen de olie elke 3 maan-
den of 250 uur te vervangen. Als de olie vuil of troebel
is, moet de olie frequenter vervangen worden. Voeg
pompolie toe en vul enkel het midden van het peilglas
(Raadpleeg de onderdelenlijst voor de juiste pompolie).
Niet te vol doen.
Mondtuiten
Water dat door de spuitmond loopt, erodeert de ope-
ning, waardoor deze groter wordt, hetgeen leidt tot een
verlies van druk. De spuitmonden moeten vervangen
worden telkens de druk lager is dan 85% van het ma-
ximum. De frequentie waarmee de olie vervangen moet
worden, is afhankelijk van een aantal variabelen zoals
het mineraalgehalte in het water en het aantal uren dat
de spuitmond gebruikt is.
Snelkoppelingen
Er is een o-ringafdichting binnenin de vrouwelijke sne-
lkoppeling. Deze o-ring zal verslijten of, als de eenheid
kan pompen zonder dat de hogedrukslang of spuitmond
aangesloten is, de o-ring kan occasioneel uitgeblazen
worden. Plaats gewoon een nieuwe o-ring om het lek te
herstellen. (U kunt extra o-ringen kopen bij uw verkoper.)
Aanpassing van de spanriem (enkel 4043BD)
Voor een optimale prestatie van uw druksluitring, kan
het noodzakelijk zijn de spanriem af en toe aan te pas-
sen. Volg de onderstaande procedure.
1. Verwijder de spanriem en draai de twee moeren aan
elke zijde van de pomp los. (Referentie A) Er zijn in het
totaal 4 moeren.
2. Draai de dopmoer (Referentie B) tegen de klok in tot er
een afbuiging is van 12,5 mm van de spanriem tussen
de riemschijven.
3. Draai de zijmoeren aan. (Referentie A)
4. Plaats een rechte hoek over beide riemschijven. Draai een
set schroeven van de riemschijven, indien nodig, los en
pas ze aan om ze te aligneren. Draai de schroeven van
de riemschijven aan en controleer de spanning nogmaals.
5. Vervang de riembeschermer en draai de bevestigingen
stevig aan.
B
A
15