7. Montage en demontage van wielen
7.1 Montage en demontage van een wiel met motor
Vanwege transport in verband met service-beurten kan in de toekomst de situatie ontstaan, dat je een
wiel met geïntegreerde motor moet demonteren. Maak eerst de connector van de motor los, die zich op
ongeveer 20 cm afstand van de kabelingang naar de motor bevindt. Zet vervolgens de remhoef
(voorzover van toepassing) iets open, schakel naar het kleinste achtertandwiel (wanneer de motor zich
achter bevindt), draai met een sleutel nr. 18 de moeren van de motor los en neem het wiel uit de
padden.
Ga bij het terugmonteren te werk in omgekeerde volgorde.
Let bij de montage van wielen met een geïntegreerde motor op dat de middenas zich in de juiste
positie bevindt, met de uitsparing naar beneden. De kabel moet van onder af de motor in leiden.
Gebeurt dit niet op de juiste manier, dan zou er water in de motor terecht kunnen komen, hetgeen
tot beschadiging van de motor kan leiden.
Let bij het aansluiten van de connector op dat de pijltjes, die in beide delen van de connector geperst
zijn, zich tegenover elkaar bevinden. Druk de connector met voldoende kracht aan. Een onvoldoende in
elkaar geschoven connector kan ertoe leiden dat de motor niet functioneert of de connector
beschadigd raakt.
7.2 Hoe het voorwiel te demonteren
Wil je het voorwiel uitnemen? Ga dan te werk volgens de volgende stappen:
1. Pak de snelspanner en maak hem met wat kracht los
2. Duw de hendel hierbij naar beneden
3. Pak aan de andere kant de zekeringsmoer van de snelspanner
4. Schroef de moer van de snelspanner los door haar naar links te draaien
5. Het wiel raakt vervolgens onder zijn eigen gewicht los van de voorvork
hoe het voorwiel weer te monteren
Wanneer je het voorwiel weer wilt monteren, voer de beschreven stappen
dan in omgekeerde volgorde uit.
12
Fa t bik es 4 f un R et r o E -B ik es