4. PROBLEEMOPLOSSING
4. PROBLEEMOPLOSSING
Dit hoofdstuk bevat de foutmeldingen, mogelijke problemen en hun oplossingen.
Als een probleem niet worden opgelost door het nemen van de in dit hoofdstuk beschreven acties,
probeer dan niet om de printer te repareren. Schakel de printer uit, haal de stekker uit het stopcontact
en neem contact op met een erkende Toshiba Tec-servicevertegenwoordiger voor verdere hulp.
4.1 Foutmeldingen
OPMERKINGEN:
1. Als een fout niet wordt gewist door te drukken op de [RESTART]-toets, schakel dan de printer uit en weer aan.
2. Nadat de printer is uitgeschakeld, worden alle afdrukgegevens uit de printer gewist.
Foutmeldingen
HEAD OPEN
HEAD OPEN
COVER OPEN
COMMS ERROR
PAPER JAM
WAARSCHUWING!
Problemen/Oorzaken
De bovenklep is geopend in de
onlinemodus.
Er is een poging tot uitvoer of toevoer
verricht met geopende bovenklep.
Er is een poging tot uitvoer of toevoer
verricht met geopende voorklep.
Een communicatiefout is opgetreden.
1. De media is vastgelopen in het
mediapad. De mediadoorvoer
verloopt niet goed.
2. Verkeerde mediasensor is geselecteerd
voor de gebruikte media.
3. De zwarte markeringssensor is niet
correct uitgelijnd met de zwarte
markering op de media.
4. De grootte van de geladen media
verschilt van de geprogrammeerde
grootte.
5. De bovenste en de onderste sensor zijn
niet met elkaar uitgelijnd.
6. De tussenruimtesensor kan geen
onderscheid maken tussen een
afdrukgebied van een ruimte tussen
etiketten.
E4-1
Oplossingen
Sluit de bovenklep.
Sluit de bovenklep. Druk vervolgens op
de [RESTART]-toets.
Sluit de bovenklep en druk op de
[RESTART]-toets.
Controleer of de interfacekabel correct is
aangesloten op de printer en de host en of
de host is ingeschakeld.
1. Verwijder de media die vastgelopen is
en reinig de drukrol. Laad de media op
juiste wijze. Druk vervolgens op de
[RESTART]-toets.
2. Schakel de printer uit en weer in.
Selecteer vervolgens de mediasensor
voor het mediatype dat wordt gebruikt.
Verzend de afdruktaak opnieuw.
3. Pas de sensorpositie aan. Druk
vervolgens op de [RESTART]-toets.
⇒ Hoofdstuk 2.3.
4. Vervang de geladen media door media
die overeenkomt met het
geprogrammeerde formaat, druk op de
[RESTART]-toets, of schakel de
printer uit en weer in, en selecteer een
geprogrammeerd formaat dat
overeenkomt met de geladen media.
Verzend de afdruktaak opnieuw.
5. Lijn de bovenste sensor uit met de
onderste sensor.
⇒ Hoofdstuk 2.3.
6. Raadpleeg uw verdeler voor meer
informatie.
4.1 Foutmeldingen