Inhoudsopgave
Advertenties
aanvangSCOnTROLEbEuRT
Vóór het gebruik moet worden gecontroleerd of de motor
(Figuur 3) goed is gesmeerd en gevuld met brandstof. Lees
de motorhandleiding van de fabrikant voor instructies en
details over de werking en de controlebeurt. brandstofvuldop:
verwijder de dop om de brandstoftank te vullen met ongelode
benzine. Zorg ervoor dat de dop stevig wordt dichtgedaan.
nOOIT overvullen.
gEvaaR
De tank bijvullen met brandstof mag alleen
gebeuren als de motor is gestopt en is
afgekoeld. Als brandstof wordt gemorst,
pRObEER niET de motor te starten vóór
de brandstofresten volledig zijn afgeveegd
en de gebied rond de motor droog is.
1.
brandstofvuldop:
verwijder de dop om de brandstoftank
te vullen met ongelode benzine. Zorg ervoor dat de dop
stevig wordt dichtgedaan. nOOIT overvullen.
2.
Regulateursleutel:
om het motortoerental aan te passen
(hendel naar voren TRAAG, hendel naar achteren naar
gebruiker SNEL).
3.
Moter aan/uiT-schakelaar:
in UIT-stand stopt de motor.
4.
Trekstarter (trektouw):
aan de starthendel tot u weerstand voelt, trek dan snel
en zacht.
5.
brandstofklephendel: OpEn
stromen, DICHT om brandstofstroom te stoppen.
pagina 14 — WM45HCE pLEiSTER/CEMEnTMOLEn • gEbRuikERSHandLEiding En OndERdELEn — REv. #1 (02/19/13)
Figuur 3.
Motorbedieningsinstrumenten en onderdelen
in AAN-stand start de motor,
handmatige startmethode. Trek
om brandstof te laten
6.
Smoorklephendel:
koude motor, of in koude weersomstandigheden. De
smoorklep verrijkt het brandstofmengsel.
7.
Luchtfilter:
verhindert dat vuil en ander afval het
brandstofsysteem binnendringen. Verwijder vleugelmoer
boven op de luchtfilterbus om toegang te krijgen tot het
filterelement.
OPMERKING
Door de motor te gebruiken zonder luchtfilter, met een
beschadigd luchtfilter, of met een filter dat moet worden
vervangen, dringt vuil de motor binnen, wat versnelde
slijtage van de motor veroorzaakt.
WaaRSCHuWing
Motoronderdelen kunnen extreme hitte
voor tbrengen. Om brandwonden te
vermijden mag u die onderdelen nIeT
aanraken terwijl de motor draait of direct
na het draaien van de motor. nOOIT de
motor gebruiken zonder demper.
8.
bougie:
levert vonken aan het ontstekingssysteem. Stel
elektrodenafstand op 0,6 - 0,7 mm (0,028 - 0,031 inch)
af. Reinig bougie één keer per week.
9.
demper:
om geluid en emissies te verminderen.
10.
brandstoftank
bevat ongelode benzine. Voor meer
informatie raadpleeg de gebruikershandleiding van de
motor.
basis Motor
gebruikt bij het starten van een
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
