4.
Druk op START om de training te starten.
Op het scherm gaat STOP uit. USER en PC worden
getoond in de matrix (Afb. 6).
De computer stopt zodra de gebruiker of de computer
de ingestelde raceafstand heeft bereikt. Dan geeft de
matrix "PC WIN" of "USER WIN" (Afb. 7) weer.
5.
Wanneer de wedstrijd voorbij is, kunt u op
START drukken om de wedstrijd opnieuw te
starten.
6.
Druk op RESET om de RACE-weergave te verlaten.
3.5.3
RECOVERY-programma
1.
Dit apparaat werkt met een 5kHz-borstband. Na een bepaalde trainingsduur doet u de
borstband om en drukt u op RECOVERY.
Alle functieaanduidingen worden gestopt, behalve TIME. Deze telt af van 00:60 naar 00:00.
Het display geeft de status van uw herstelhartslag aan met F1, F2 tot F6.
F1 betekent heel goed, F6 heel slecht. Train regelmatig om uw herstelstatus te verbeteren.
2.
Druk opnieuw op RECOVERY om naar het hoofdmenu terug te keren.
22
Afb. 5
Afb. 6
Afb. 7
RM50