Parameters hoofdbesturingseenheid
Nr.
Naam parameter
31
Sensortype
Bewaking via 1 kabel
Bewaking via 2 kabels
32
Actief remmen bij stoppen
Uit
On
33
Push & Go in programmastand UIT-
GANG
Uit
On
34
Houdkracht in programmastanden
UITGANG en UIT
Uit
On
35
Programmaschakelaar omschakelen
na stoppen
Uit
On
36
Noodactie
Sluiten
Openen
37
Noodactie in stand UIT
Uit
On
1013523-nl-NL-8.0
Waarde
Beschrijving
00-01
Selecteer het type bewaking voor de twee sensors. Keuze
tussen bewaking via 1 kabel(00) of 2 kabels(01).
00
Bewaking via 1 kabel wordt gebruikt als een gecombineerde
sensor slechts één bewakingsinvoer heeft voor zowel het
detectie- als het impulsveld.
01
Bewaking via 2 kabels wordt gebruikt als een sensor een
aparte bewakingsinvoer heeft voor het detectie- en het im-
pulsveld.
Als bewaking via 2 kabels en bewaking van binnen-/buiten-
impuls worden geselecteerd, wordt de functie C-schakelaar
ingesteld op bewaking van binnen-/buitenimpuls
meters 16 en 17 op pagina
00-01
00
De deur zal vrijlopen tot hij stopt.
01
De deuropener zal de deuren actief 1 sec. lang afremmen
na een stopimpuls.
00-01
00
Push & GO is niet actief in de programmastanden UIT en
UITGANG.
01
Push & GO is actief in de programmastanden UIT en UIT-
GANG.
00-01
Bij gebruik van een elektromechanisch slot is deze houd-
kracht mogelijk niet nodig.
00
01
00-01
In de programmastand UIT moet na een stopimpuls de stand
worden gewijzigd om weer over te gaan op normaal bedrijf.
00
01
00-01
In geval van een stroomstoring zal de noodactie de deur
openen of sluiten met behulp van de batterij.
De brandimpuls opent of sluit de deur, afhankelijk van de
instelling van deze parameter.
00
De deur zal dichtgaan bij een brandsignaal of een stroom-
storing.
01
De deur zal opengaan bij een brandsignaal of een stroom-
storing.
00-01
Bepaalt of de 'Noodactie' moet worden uitgevoerd in de
programmastand UIT (bewaking van de noodinrichting
wordt ook uitgevoerd in de stand UIT).
00
01
Versie 2022-12-22
15 Opstarten
(zie para-
78).
81