Parameters hoofdbesturingseenheid
Nr.
Naam parameter
23
Hersteltijd auto breedte
24
Houdtijd bij blokkering
25
Uitschakeltijd sluisfunctie
26
Openhoudtijd aanwezigheid
27
Configuratie Invoer aanwezigheid
zijkant 1
NO
NC
28
Configuratie Invoer aanwezigheid
zijkant 2
NO
NC
29
Bewaking aanwezigheidsimpuls zij-
kant
Geen bewaking van aanwezigheids-
impuls zijkant
Aanwezigheidsimpuls zijkant 1
Aanwezigheidsimpuls zijkant 1 en
2
1013523-nl-NL-8.0
Waarde
Beschrijving
00-60
Wanneer de deur is dichtgegaan tijdens de automatische
breedte-hervattingstijd, dan zal de eerstvolgende openim-
puls de deur slechts gedeeltelijk openen.
Alleen beschikbaar bij parameter 'Auto Width' 61=01.
Eenheid seconden.
00-10
Stelt in hoe lang de deur moet worden gestopt wanneer tij-
dens het openen een blokkade wordt gedetecteerd.
Eenheid seconden.
00-60
De parameter regelt de geldigheidsduur van de blokkeer-
functie.
Alleen actief bij 'Interlock Function' parameter 6A = 01.
Op pagina
15.6
00
Als de tijd op 00 is ingesteld, is de blokkeerfunctie altijd ac-
tief.
01-60
De 'Interlock Disable Time' begint af te tellen op het moment
dat een geldige openingsimpuls op de eerste deur wordt
gegeven. Als de eerste deur niet dichtgaat tijdens de 'Inter-
lock Disable Time', dan zal de tweede deur niet meer blokke-
ren en ook opengaan. Wanneer beide deuren gesloten zijn,
zal de Interlock Disable Time opnieuw ingesteld worden.
Eenheid seconden.
00-60
Openhoudtijd voor aanwezigheidsimpulsen 1 & 2.
Ten minste 2 sec., overeenkomstig de ANSI-vereisten.
Eenheid seconden.
00-01
Deze parameter bepaalt of een aanwezigheidsimpuls aan
de zijkant normaal open (NO) of normaal gesloten (NC) is.
00
Normaal geopend
01
Normaal gesloten
00-01
Deze parameter bepaalt of een aanwezigheidsimpuls aan
de zijkant normaal open (NO) of normaal gesloten (NC) is.
00
Normaal geopend
01
Normaal gesloten
Bewaking van de aanwezigheidsimpuls aan de zijkant is een
vereiste overeenkomstig EN 16005 of DIN 18650 als de deur
sneller beweegt dan ingesteld volgens PRA-0004.
00
Instellen op '00' als bewaking van sensors voor aanwezig-
heidsimpuls zijkant niet nodig is of als er geen sensors voor
aanwezigheidsimpuls zijkant aanwezig zijn.
01
Instellen op '01' als er één bewaakte sensor voor zijaanwe-
zigheidsimpuls is gemonteerd (als er slechts één sensor ge-
bruikt wordt, moet deze aangesloten zijn op MCU Zijaanwe-
zigheidsimpuls 1).
02
Instellen op '02' als er twee sensors voor zijaanwezigheids-
impuls moeten worden bewaakt.
Versie 2022-12-22
ziet u hoe de sluisfunctie werkt.
15 Opstarten
79