Advertenties
Cluster Controller op de spanningsvoorziening aansluiten
Beschadiging van de Cluster Controller door condenswater
Als de Cluster Controller van een koude omgeving naar een warme omgeving wordt verplaatst, kan in de
Cluster Controller condenswater ontstaan.
•
Sluit de Cluster Controller bij grote temperatuurverschillen pas op de netvoeding aan als de
Cluster Controller op kamertemperatuur is.
Aardleiding op de Cluster Controller aansluiten
Aanvullend vereist materiaal (niet bij de leveringsomvang inbegrepen):
☐ 1 aardleiding (zie paragraaf Kabelvereisten)
Werkwijze:
1. Strip de aardleiding over een lengte van 10 mm (0,39 in).
2. Steek de ader in de ringkabelschoen en krimp hem met een krimptang.
3. Bevestig de aardleiding aan de aansluiting voor de aarding
(zie voor de positie van de aansluiting de installatiehandleiding op
de meegeleverde cd). Neem daarbij de volgende volgorde in acht
en draai de bevestigingsschroef handvast aan (koppel: 0,8 Nm
7,08 in-lb)):
– bevestigingsschroef, borgring, onderlegring, ringkabelschoen
met aardleiding, onderlegring, tandring
Voedingseenheid aansluiten
Aanvullend vereist materiaal (niet bij de leveringsomvang inbegrepen):
☐ 1 voedingseenheid (verkrijgbaar als toebehoren). Als niet de als toebehoren verkrijgbare voedingseenheid
wordt gebruikt, neem dan de eisen aan de voedingseenheid in acht (zie installatiehandleiding op de
meegeleverde cd).
☐ 1 AC-aansluitkabel
☐ 1 aansluitkabel voor de aansluiting van de voedingseenheid aan de Cluster Controller (zie paragraaf
Kabelvereisten)
Werkwijze:
1. Monteer de voedingseenheid (zie handleiding van de fabrikant).
2. Sluit de aansluitkabel aan op de voedingseenheid (zie handleiding van de fabrikant). Kort daarbij de niet
benodigde aders tot aan de kabelmantel in en noteer de kleuren van de aders.
3. Sluit de aansluitkabel aan de 3-polige stekker aan. Ontgrendel daarvoor de aderinvoeropeningen 2 en 3
met een schroevendraaier en steek de aders in de aderinvoeropeningen. Let daarbij op de toewijzing van
de pinnen.
4. Sluit de 3-polige stekker aan op aansluiting X1 van de Cluster Controller.
5. Sluit de AC-aansluitkabel aan de voedingseenheid aan (zie handleiding van de fabrikant).
6.
Levensgevaar door elektrische schok
Op het aansluitpunt van het openbare stroomnet staan levensgevaarlijke spanningen.
•
Schakel het aansluitpunt vrij en controleer of het aansluitpunt vrij van spanning is.
7. Sluit het andere einde van de AC-aansluitkabel aan op de spanningsvoorziening.
Cluster Controller op Speedwire-netwerk aansluiten
Speedwire-netwerk en lokaal netwerk (LAN) niet met elkaar verbinden
Het Speedwire-netwerk is een afzonderlijk netwerk dat door de Cluster Controller wordt beheerd.
Als het Speedwire-netwerk en het LAN met elkaar worden verbonden, is een storing van beide
netwerken waarschijnlijk.
•
Verbind het Speedwire-netwerk en het LAN niet met elkaar om een goede communicatie te
garanderen (de Speedwire-bus en de ethernetbus mogen bijvoorbeeld niet aan dezelfde switch
worden aangesloten).
Neem de configuratie van de router en de switches in acht
Voor de Speedwire-verbinding gebruikt de Cluster Controller naast IP-adressen uit het Unicast-bereik ook
IP-adressen uit het Multicast-bereik 239/8 (239.0.0.0 tot 239.255.255.255).
•
Zorg er bij gebruik van een router of switch voor dat de router/switch de voor de
Speedwire-verbinding benodigde Multicast-telegrammen naar alle deelnemers van het
Speedwire-netwerk doorstuurt (zie handleiding van de fabrikant voor informatie over de
configuratie van de router of de switch).
Voorwaarden:
☐ De netwerkdeelnemers binnen het Speedwire-netwerk (bijv. omvormers) moeten volgens een van de
mogelijke netwerktopologieën met elkaar zijn verbonden (zie handleiding van de netwerkdeelnemer en de
technische informatie "SMA Speedwire veldbus").
Aanvullend vereist materiaal (niet bij de leveringsomvang inbegrepen):
☐ afhankelijk van de netwerktopologie: netwerkkabels (zie paragraaf Kabelvereisten)
Werkwijze:
•
Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkbus X9 of X10 van de Cluster Controller.
Cluster Controller aansluiten op LAN
Hoge kosten door ongeschikt internettarief mogelijk
Het door de Cluster Controller veroorzaakte dataverkeer via internet kan afhankelijk van de aard van het
gebruik meer dan 1 GB per maand bedragen. De hoeveelheid dataverkeer hangt onder andere af van het
aantal omvormers, de frequentie van apparaat-updates, de frequentie van de datatransmissie van en naar de
Sunny Portal en het gebruik van FTP-push.
•
SMA adviseert een internettarief met flat rate te gebruiken.
Verschillende IP-adresbereiken voor Speedwire-netwerk en LAN vereist
Om ervoor te zorgen dat de Cluster Controller de binnen het Speedwire-netwerk en het LAN gebruikte
IP-adressen eenduidig kan onderscheiden, moeten de IP-adresbereiken van beide netwerken
verschillend zijn. Af fabriek gebruikt de Cluster Controller voor het Speedwire-netwerk het adresbereik
172.22/16 (172.22.0.1 tot 172.22.255.255).
•
Zorg ervoor dat voor het Speedwire-netwerk en het LAN verschillende IP-adresbereiken worden
gebruikt.
Aanvullend vereist materiaal (niet bij de leveringsomvang inbegrepen):
☐ 1 netwerkkabel (zie paragraaf Kabelvereisten)
Werkwijze:
1. Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkbus X13 of X14 van de Cluster Controller.
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel op het gewenste apparaat binnen het LAN aan.
8. Verbind het aansluitpunt met het openbare stroomnet.
☑ De power-led (
) van de Cluster Controller brandt 2 seconden rood en brandt daarna continu groen.
De status-led (
) brandt overeenkomstig de actuele status van het apparaat
(zie installatiehandleiding van de Cluster Controller op de meegeleverde cd). Na max. 1 minuut is de
Cluster Controller klaar voor gebruik.
✖ De power-led (
) brandt continue rood, de status-led (
Cluster Controller start niet?
Mogelijke oorzaak van de fout: de spanningsvoorziening is te laag.
• Zorg ervoor dat de spanningsvoorziening voldoende is (zie voor de eisen aan de
spanningsvoorziening de installatiehandleiding op de meegeleverde cd). Als het probleem blijft
optreden, neem dan contact op met de SMA Service Line (zie hoofdstuk 7).
Installatietijd van de Cluster Controller controleren en instellen
Vóór het aansluiten van de Cluster Controller aan het Speedwire-netwerk en vóór de inbedrijfstelling van de
omvormer moet u via de display van de Cluster Controller controleren of op de Cluster Controller de juiste
installatietijd wordt weergegeven. Als niet de juiste installatietijd wordt weergegeven, moet u de juiste installatietijd
via de gebruikersinterface van de Cluster Controller instellen. Daardoor voorkomt u inconsistenties tussen de
tijdinstellingen van de omvormers.
Voorwaarde:
☐ De Cluster Controller moet aan de spanningsvoorziening aangesloten en in bedrijf zijn (zie paragraaf
Cluster Controller aan de spanningsvoorziening aansluiten).
Werkwijze:
1. Sluit de computer via 1 netwerkkabel op de netwerkbus X13 of X14 van de Cluster Controller aan.
2. Op de Cluster Controller aanmelden:
• Selecteer de displayweergave External communication en lees het IP-adres van de Cluster Controller
af.
• Voer het IP-adres in de adresbalk van de internetbrowser in.
• Meld u aan met het standaard installatiewachtwoord (Gebruiker= "0000", Installateur= "1111").
3. Selecteer in de installatiestructuur de Cluster Controller en in het apparaatmenu het menu Instellingen.
4. Kies de parametergroep Apparaat > Tijdinstellingen.
5. Kies [Bewerken].
6. Stel indien nodig via het vervolgkeuzemenu Zomer-/wintertijdomschakeling actief de automatische
omschakeling tussen zomer- en wintertijd in.
7. Stel in het veld Installatietijd instellen de huidige datum en tijd van de installatie in.
8. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Tijdzone de tijdzone, waarin de installatie zich bevindt.
9. Kies [Opslaan].
☑ De installatietijd is bijgewerkt.
10. Kies in de werkbalk [Afmelden].
11. Sluit de Cluster Controller aan het Speedwire-netwerk aan (zie paragraaf Cluster Controller op
Speedwire-netwerk aansluiten) en voer de andere gewenste aansluitingen uit.
5
USB-geheugen op Cluster Controller aansluiten
Gebruik van USB-hubs niet mogelijk
De Cluster Controller ondersteunt geen USB-hubs. U moet het USB-geheugen direct op de gewenste
USB-aansluiting van de Cluster Controller aansluiten.
Aanvullend vereist materiaal (niet bij de leveringsomvang inbegrepen):
☐ max. 2 USB-geheugens, bijv. 2 USB-sticks (verkrijgbaar als toebehoren). Als niet het als toebehoren
verkrijgbare USB-geheugen wordt gebruikt, neem dan de eisen aan het USB-geheugen in acht
(zie installatiehandleiding op de meegeleverde cd).
Werkwijze:
1. Sluit het USB-geheugen aan op de gewenste USB-aansluiting van de Cluster Controller:
• Om installatiegegevens te exporteren, het USB-geheugen op USB-aansluiting 1 aansluiten.
• Om update-bestanden op de Cluster Controller over te dragen, het USB-geheugen op USB-aansluiting
2 aansluiten.
2. Als u het USB-geheugen van de Cluster Controller wilt verwijderen, wacht dan tot de geheugenstatus-led
(
) niet meer knippert.
Aansluitingen via de display controleren
•
Via de display van de Cluster Controller kunt u controleren of de aansluitingen correct zijn uitgevoerd en of
alle omvormers, sensoren en zender/ontvangers door de Cluster Controller zijn geregistreerd
(zie installatiehandleiding op de meegeleverde cd).
6 CLUSTER CONTROLLER CONFIGUREREN
Voorwaarde:
☐ De Cluster Controller en de computer moeten zich binnen hetzelfde LAN bevinden.
Werkwijze:
1. Op de Cluster Controller aanmelden:
• Selecteer de displayweergave External communication en lees het IP-adres van de Cluster Controller
af.
• Voer het IP-adres in de adresbalk van de internetbrowser in.
• Meld u aan met het standaard installatiewachtwoord (Gebruiker= "0000", Installateur= "1111").
2. Deactiveer bij de omvormers de Webconnect-functie (zie gebruiksaanwijzing van de Cluster Controller op
de meegeleverde cd).
3. Voer de gewenste verdere configuratie via de gebruikersinterface uit (zie gebruiksaanwijzing op de
meegeleverde cd).
7 CONTACT
Neem bij technische problemen met onze producten contact op met de SMA Service Line. Wij hebben de
volgende gegevens nodig om u gericht te kunnen helpen:
•
serienummer en firmwareversie van de Cluster Controller
•
type, serienummer en firmwareversie van de omvormer
•
bij gebruik van een achteraf gemonteerde Speedwire/Webconnect-interface:
serienummer en firmwareversie van de Speedwire/Webconnect-interface
SMA Benelux BVBA/SPRL
Mechelen, Belgien/Belgique/België
+32 15 286 730
7
) brandt geel of rood en de
6
8
Advertenties
