Beknopte handleiding voor inbedrijfstelling
SMA CLUSTER CONTROLLER
ClusterController-IS-nl-12 | Versie 1.2
3 LEVERINGSOMVANG
Controleer de levering op volledigheid en zichtbare beschadigingen. Neem contact op met uw vakhandelaar als
de levering niet volledig of beschadigd is.
A) 1 x Cluster Controller, B) 1 x 3-polige stekker, C) 1 x 2-polige stekker, D) 2 x 5-polige stekker, E) 8 x 6-polige
stekker, F) 2 x 8-polige stekker, G) 2 x codeerster, H) 20 x kabelbinder met beschrijfbaar label, I) 8 x schermklem
met ringkabelschoen, K) 1 x ringkabelschoen, L) 1 x bevestigingsschroef, M) 2 x onderlegring, N) 1 x tandring,
O) 1 x borgring, P) 1 x cd met productdocumentatie, Q) 1 x beknopte handleiding voor de inbedrijfstelling en
aanvullingsblad voor het noteren van de aangesloten apparaten
4 MONTAGE
De Cluster Controller kan elektromagnetische interferenties in woonruimten veroorzaken
De Cluster Controller is een apparaat van de ITE-klasse A (EN 55022) en kan elektromagnetische
interferenties in woonruimten veroorzaken.
•
Neem geschikte maatregelen ter afscherming van radiografische signalen als u het apparaat in de buurt
van woonruimten gebruikt.
Montagelocatie kiezen
Kies een montagelocatie. Neem daarbij de eisen aan de montagelocatie, de minimale afstanden en de
toegestane montagepositie in acht (zie installatiehandleiding op de meegeleverde cd).
Cluster Controller monteren
Voorwaarden:
☐ Er moet een 35 mm (1,4 in) brede, vast aan de wand of in de schakelkast gemonteerde DIN-rail
beschikbaar zijn.
☐ Voor de montage van de Cluster Controller moet de DIN-rail ten minste 26 cm (10,3 in) lang zijn, bij gebruik
van een DIN-rail-netvoeding dienovereenkomstig langer.
Werkwijze:
•
Haak de Cluster Controller met de bovenste houder aan de
achterkant in de bovenste rand van de DIN-rail en druk hem naar
beneden in de richting van de DIN-rail. Daardoor haakt u de
veervergrendeling van de Cluster Controller in de onderste rand
van de DIN-rail vast.
at
1 TOELICHTING BIJ DIT DOCUMENT
Geldigheid
Dit document geldt voor de SMA Cluster Controller (model "CLCON-10" en "CLCON-S-10") vanaf hardwareversie A1
en vanaf firmwareversie 1.0.
Doelgroep
Dit document is bedoeld voor vakmensen. De in dit document beschreven werkzaamheden mogen uitsluitend met de
volgende kwalificatie worden uitgevoerd:
•
opgeleid voor de installatie en inbedrijfstelling van elektrische apparaten
•
geschoold in de omgang met de gevaren en risico's bij het installeren en de bediening van elektrische apparaten
en installaties
•
scholing voor de installatie en configuratie van IT-systemen
•
kennis over de werking en het gebruik van een omvormer
•
kennis van de geldende normen en richtlijnen
•
kennis over en naleving van dit document, inclusief alle veiligheidsaanwijzingen
2 VEILIGHEID
Reglementair gebruik
De Cluster Controller* is een apparaat voor de bewaking en sturing van SMA omvormers met Speedwire/
Webconnect-interface in decentrale PV-installaties en grote PV-installaties. De Cluster Controller is een apparaat van de
ITE-klasse A conform EN 55022 en ontworpen voor industrieel gebruik. De Cluster Controller mag uitsluitend binnen en
uitsluitend met ondersteunde producten worden gebruikt (een lijst van ondersteunde apparaten vindt u in de
installatiehandleiding op de meegeleverde cd). Gebruik het product uitsluitend conform de aanwijzingen van de
bijgevoegde documentatie en conform de plaatselijke normen en richtlijnen. Andere toepassingen kunnen tot persoonlijk
letsel of materiële schade leiden.
Om veiligheidsredenen is het niet toegestaan het product te wijzigen of onderdelen te monteren die niet uitdrukkelijk
door SMA** voor dit product worden aanbevolen of verkocht. In geval van ongeoorloofde modificaties of ombouw
vervalt de garantie en de typegoedkeuring. Elke vorm van gebruik die niet overeenkomt met het onder reglementair
gebruik omschreven gebruik, wordt als niet reglementair gebruik beschouwd.
Het typeplaatje moet permanent op het product zijn aangebracht.
De meegeleverde documentatie maakt deel uit van het product. Lees voor u het product installeert of gebruikt alle
aanwijzingen, veiligheidsinstructies en waarschuwingen in dit document en in de productdocumentatie op
de meegeleverde cd en neem deze in acht.
Veiligheidsaanwijzingen
Levensgevaar door elektrische schok
Door overspanning (bijv. blikseminslag) of wanneer de behuizing van de Cluster Controller niet geaard is,
bestaat er gevaar voor elektrische schokken.
•
Zorg ervoor dat de Cluster Controller is geïntegreerd in de bestaande bliksembeveiliging.
•
Aard de behuizing van de Cluster Controller (zie paragraaf Aardleiding aan de Cluster Controller
aansluiten).
Beschadiging van de apparaten en leidingen
De Cluster Controller is niet beschermd tegen spatwater (beschermingsgraad: IP20 (NEMA1)). Daardoor kan
vocht binnendringen.
•
Gebruik de Cluster Controller alleen binnenshuis in een droge omgeving.
NEDERLANDS
* In dit document wordt de SMA Cluster Controller met Cluster Controller aangeduid.
** SMA = SMA Solar Technology AG, SMA America LLC, SMA Solar Technology Canada Inc.
5 AANSLUITING EN INBEDRIJFSTELLING
Levensgevaar door elektrische schokken bij onjuist aansluiten van de aansluitkabel aan de
ontvanger voor rimpelspanning
Bij onjuist aansluiten van de aansluitkabel aan de ontvanger voor rimpelspanning kan netspanning op de
behuizing van de Cluster Controller staan.
•
Sluit de aders van de aansluitkabel niet aan op de fasedraden van de ontvanger voor rimpelspanning.
•
Verzeker u er bij het aansluiten van dat er geen brug in de ontvanger voor rimpelspanning is gebruikt.
Zie installatiehandleiding voor uitgebreide beschrijving van de aansluiting
Deze beknopte handleiding bevat basisinformatie over de inbedrijfstelling van de Cluster Controller.
Een uitgebreide beschrijving van alle aansluitopties vindt u in de installatiehandleiding op de
meegeleverde cd.
Aansluitingen op het aanvullingsblad noteren
Noteer de toewijzing van de aansluitingen op het meegeleverde aanvullingsblad.
Kabelvereisten en aanwijzingen voor het leggen
Aansluiting
Aarding
Spanningsvoorziening
Omvormers (Speedwire) en
lokaal netwerk (LAN)
Storing van de datatransmissie door onafgeschermde energiekabels
Onafgeschermde energiekabels genereren tijdens bedrijf een elektromagnetisch veld dat de
datatransmissie van netwerkkabels kan storen.
•
3
Kabelvereisten
☐ aderdoorsnede: 2,5 mm2 (14 AWG)
☐ maximale leidinglengte: 30 cm (11 in)
☐ aantal aders: ten minste 2
☐ aderdoorsnede: 0,2 mm
☐ maximale kabellengte: 3 m (9,8 ft)
☐ aantal aderparen en aderdoorsnede: ten minste 2 x 2 x 0,22 mm
(ten minste 2 x 2 AWG 24)
☐ buitendiameter: de maximale buitendiameter is afhankelijk van de
grootte van de kabelschroefverbinding of van de kabelbuis
(zie installatiehandleiding van de Speedwire/Webconnect-interface)
☐ kabeltype: 100BaseTx, vanaf Cat5 met afscherming S-UTP, F-UTP of
hoger
☐ stekkertype: RJ45 van Cat5, Cat5e, Cat6, Cat6a
Cat7-stekkers kunnen niet worden gebruikt.
☐ kabellengte tussen 2 netwerkdeelnemers: maximaal 50 m (164 ft) met
patchkabel, maximaal 100 m (328 ft) met installatiekabel
Houd bij het leggen van netwerkkabels de volgende minimumafstanden tot onafgeschermde
energiekabels aan:
– bij het leggen zonder separator: ten minste 200 mm (8 in)
– bij het leggen met separator van aluminium: ten minste 100 mm (4 in)
– bij het leggen met separator van staal: ten minste 50 mm (2 in)
2
2
2
... 2,5 mm
(32 AWG ... 14 AWG)
2
4