Afhankelijk van de configuratie (bedrading op X14M en de
instellingen in [9.3] Back-upverwarming) kan de capaciteit van de
back-upverwarming variëren. Controleer in de tabel hieronder of de
voeding overeenstemt met de capaciteit van de back-upverwarming.
Type back-
Capaciteit
Voeding
upverwarmin
back-
g
upverwar
ming
*6W
3 kW
1N~ 230 V
6 kW
1N~ 230 V
6 kW
3N~ 400 V
9 kW
3N~ 400 V
(a)
Deze apparatuur voldoet aan de norm EN/IEC 61000‑3‑11
(Europese/internationale technische norm die de grenzen vastlegt
inzake spanningsveranderingen, spanningsschommelingen en
flikkeringen in openbare laagspanningssystemen voor apparatuur
met een nominale stroom ≤75 A), op voorwaarde dat de
systeemimpedantie Z
kleiner dan of gelijk is aan Z
sys
interfacepunt tussen de voeding van de gebruiker en het
openbare systeem. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van
de installateur of gebruiker van de apparatuur om ervoor te
zorgen, indien nodig in overleg met de
distributienetwerkbeheerder, dat de apparatuur alleen wordt
aangesloten op een voeding met een systeemimpedantie Z
kleiner dan of gelijk aan Z
max
(b)
De elektrische apparatuur voldoet een de norm EN/
IEC 61000-3-12 (Europese/internationale technische norm die de
grenzen vastlegt inzake harmonische stromen geproduceerd door
apparatuur aangesloten op openbare laagspanningssystemen
met een ingangsstroom >16 A en ≤75 A per fase).
1 Sluit de voeding van de back-upverwarming aan. Voor F1B
wordt een 4-polige zekering gebruikt.
2 Indien nodig, wijzig de aansluiting op aansluitingspunt X14M.
Capaciteit –
F1B
Elektrische
voeding
F1B
3 kW 1N~ 230 V
6 kW 1N~ 230 V
L
L
Q3DI
L
N
1N~ , 50 Hz
230 V AC
EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620240-1 – 2020.06
Maximale
Z
(Ω)
max
stroomsterkt
e
13 A
—
(a)(b)
26 A
—
8,6 A
—
13 A
—
op het
max
sys
.
X14M
X14M
1 2 3 4 5 6
N
N
6 Elektrische installatie
Capaciteit –
F1B
Elektrische
voeding
6 kW 3N~ 400 V
9 kW 3N~ 400 V
L1 L2
Q3DI
L1
L2
L3
3N~ , 50 Hz
400 V AC
3 Bevestig
de
kabel
kabelbinderbevestigingen.
Wanneer de back-upverwarming wordt aangesloten, bestaat de
kans dat fout wordt bekabeld. Om mogelijke foute bedradingen op te
sporen
wordt
geadviseerd
verwarmingselementen te meten. Afhankelijk van de capaciteit en de
voeding moeten de volgende weerstandwaarden gemeten worden
(zie onderstaande tabel). Meet de weerstand ALTIJD op de
schakelcontactklemmen K1M, K2M en K5M.
3 kW
1N~ 230 V
1N~ 230 V
K1M/1 K5M/13
52,9 Ω
K1M/3
∞
K1M/5
∞
K1M/3 K1M/5
26,5 Ω
K2M/1 K5M/13
∞
K2M/3
∞
K2M/5
∞
K2M/3 K2M/5
52,9 Ω
K1M/5 K2M/1
∞
Voorbeeld van de meting van de weerstand tussen K1M/1 en
K5M/13:
K1M
1 3 5 13
2 4 6 14
Ω
Ω
K5M
1 3 5 13
2 4 6 14
De back-upverwarmingskit op de buitenunit aansluiten
De bedrading tussen de back-upverwarmingskit en de buitenunit is
als volgt:
X14M
F1B
X14M
1 2 3 4 5 6
L3
N
N
met
kabelbinders
op
de
weerstand
van
6 kW
6 kW
9 kW
3N~ 400 V
3N~ 400 V
52,9 Ω
∞
∞
105,8 Ω
105,8 Ω
105,8 Ω
158,7 Ω
105,8 Ω
105,8 Ω
52,9 Ω
105,8 Ω
105,8 Ω
26,5 Ω
∞
∞
∞
52,9 Ω
52,9 Ω
∞
52,9 Ω
52,9 Ω
52,9 Ω
52,9 Ω
52,9 Ω
132,3 Ω
∞
∞
K2M
K2M
1 3 5 13
2 4 6 14
Installatiehandleiding
de
de
23