Overzicht van belangrijke veiligheidsinformatie (vervolg)
• Brandblusapparaat. Houd een brandblusser bij de hand die door de National Fire Protection Association als ABC
werd gekeurd. Dit is altijd aangewezen wanneer u met brandstof aangedreven machines werkt. Zorg dat de
brandblusser goed gevuld is en dat u weet hoe hij werkt.
• Gehoorbescherming. Het gebruik van oordopjes of andere gehoorbescherming is aanbevolen voor wie in de buurt
van de werkende frees is.
• Oogbescherming. Draag door ANSI erkende oogbescherming terwijl u de frees gebruikt.
• Gezichtsbescherming. Het dragen van een helm met gelaatsscherm of luchtdoorlatend masker met veiligheidsbril is
aanbevolen.
• Losse/hangende voorwerpen. Losse of hangende kleding, juwelen of haar kan in bewegende delen verstrikt raken.
Draag nooit juwelen of losse kleding wanneer u de frees gebruikt.
• Lange broek. Draag een lange broek voor intensief gebruik om uw benen te beschermen tegen uitgeworpen
materiaal.
Benzine is licht ontvlambaar en explosief. U kunt brandwonden of ernstige letsels oplopen wanneer u met benzine werkt.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u met benzine werkt.
• Tank buiten. Vul de brandstoftank buiten – nooit binnen. Benzinedampen kunnen ontbranden als ze zich in een
afgesloten ruimte verzamelen. Dit kan tot een explosie leiden.
• Gebruik een goedgekeurde jerrycan. Pomp nooit in een tankstation rechtstreeks brandstof in de motor. Er kan zich
een statische lading ontwikkelen die de brandstof doet ontsteken. Gebruik een UL-erkende jerrycan om benzine in de
motor te doen.
• Draaiende / warme motor. Een draaiende motor is warm genoeg om de brandstof te doen ontbranden. Voeg nooit
brandstof toe en verwijder nooit de benzinedop terwijl de motor draait of nog warm is. Leg de motor stil en laat hem
minstens twee minuten afkoelen voor u brandstof toevoegt.
• Hitte / vlammen / vonken. Zorg dat er geen warmtebronnen, vlammen of vonken zijn wanneer u het
brandstofreservoir vult.
• Niet helemaal vullen. Doe de benzinetank NIET te vol. Laat ten minste3 cm ruimte onder de vulhals zodat de
brandstof kan uitzetten en de frees op een helling kan worden ingezet.
• Niet helemaal vullen. Vul de benzinetank NIET helemaal. Anders kan op hellingen benzine worden gemorst.
• Plaats de dop terug. Schroef de benzinedop opnieuw goed vast voor u de motor start.
• Gemorste brandstof. Veeg gemorste brandstof onmiddellijk op. Rijd de frees weg van op de grond gemorste
brandstof. Veeg de brandstof van de motor en wacht 5 minuten zodat resterende brandstof kan verdampen voor u de
motor start. In benzine gedrenkte stof moet worden behandeld als gevaarlijk afval.
• Op huid / kleding. Als u benzine op uw huid of kleding morst, doe dan andere kleding aan en was onmiddellijk uw
huid.
• Inspecteer het brandstofsysteem. Controleer regelmatig het brandstofsysteem. Let op tekenen die wijzen op lekken
of beschadiging, afgesleten of poreuze brandstofslangen, losse of ontbrekende brandstofslangklemmen, beschadiging
van de brandstoftank of een defecte brandstofafsluiter. Start de frees niet tot de nodige reparaties zijn uitgevoerd.
• Benzineopslag. Bewaar benzine op een koele, droge plaats in een UL-erkende, goed afgesloten bus en buiten het
bereik van kinderen.
• Veiligheidsuitrusting / bediening. Gebruik de frees altijd met gemonteerde en goed werkende veiligheidsschermen,
beschermkappen en afsluitingen en zorg dat de bediening juist is afgesteld voor veilig gebruik.
• Bedieningsinstrumenten. Blijf tijdens het gebruik van de bediening in de BEDIENPOSITIE.
• Zorg dat u weet hoe u de machine moet stilleggen. Zorg dat u weet hoe u de frees indien nodig snel kunt stilleggen
door de beugelschakelaar los te laten. Als dit niet werkt, doe dan het volgende om de machine stop te zetten. 1. Druk
op de stopknop op het bedieningspaneel. 2. Gebruik de aan/uit-schakelaar op de motor (of de ontstekingsschakelaar
op types met elektrische starter). 3. Laat de motor afslaan door hem te verzuipen.
• Terugslag. De machine kan tijdens gebruik of bij het eerste contact met de stronk een sterke terugslag geven.
• Uitglijden / vallen. Als u de frees in natte omstandigheden of bij ijzel gebruikt, kunt u uw evenwicht verliezen en
uitglijden of vallen.
• Beschadigd. Gebruik de frees niet met beschadigde, ontbrekende, verkeerd afgestelde of defecte onderdelen.
• Controleer op benzinelekken voor u start. Doe een reuktest naar benzine voor u de motor start nadat u de
benzineklep hebt geopend. Als u benzine ruikt, start de motor dan NIET. Maak GEEN vuur. Gebruik GEEN
elektrische schakelaars. Verlaat de omgeving onmiddellijk en bel de brandweer.
• Koolstofmonoxide-uitstoot. De draaiende motor produceert koolstofmonoxide, een gifgas dat dodelijk kan zijn. U
kunt dit NIET ruiken, zien of proeven. Als u zich misselijk, duizelig of zwak voelt terwijl u de frees gebruikt, leg de
motor dan stil en zoek ONMIDDELLIJK frisse lucht op. Raadpleeg een dokter. U kunt CO-vergiftiging hebben
opgelopen.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Brandstofveiligheid
Veiligheid - tijdens gebruik
28