Bijstelling van de vrijloop
De aandrijving zelf kan niet worden
bijgesteld. Als de versnellingshendel
in automatische vrijloop staat, mag
de frees niet voor- of achteruit meer
rijden (als de frees op een vlakke
ondergrond staat – voor een oneffen
ondergrond raadpleegt u de
reminstructies).
•
De neutrale positie wordt
bijgesteld door de snelkoppeling
van de regelstang te halen. De
regelstang bevindt zich onderaan
de transmissie.
•
Verdraai de mof van de snelkoppeling
een (1) volledig toer vooruit of
achteruit om de transmissie in
neutraal bij te stellen. (In sommige
gevallen is meer dan een toer nodig.)
Bijstelling van de ontkoppeling
Wanneer de motor niet draait, kan de frees niet worden verplaatst. De hydrostatische
aandrijving is dan vergrendeld.
•
Draai de T-hendel met de klok mee om de transmissie te ontgrendelen.
•
Nu staat de stronkenfrees in neutraal en kunt u ze met de hand verplaatsen.
De elektrische koppeling moet niet worden bijgesteld of gesmeerd.
OPGELET
1. Koppel nooit bij meer dan 1800 tpm (halve kracht).
Als u boven 1800 tpm koppelt, wordt de koppeling
beschadigd.
2. Zorg dat de koppeling altijd onder een spanning van
minimaal 12 volt staat. De koppelarm op de
koppeling moet altijd zowel horizontaal als verticaal
3 mm vrije speling hebben. U kunt de koppelarm
visueel inspecteren via de vierkante opening op de
achterzijde van de riemkast.
GEVAAR: Transporteer de stronkenfrees nooit als de koppeling is ingeschakeld of als de
freesschijf draait.
Onderhoud en reparatie (vervolg)
2. Hydrostatische aandrijving
3. Elektrische koppeling
Transmissie
Snelkoppel
ing
22
T-hendel
Regelstang
Riemkast
Koppelarm