8. Afregelen motoren
8.1 Afregelen schuiven (M2/S2)
Zorg dat de 2 instelknoppen (wit en geel) ingedrukt staan aan paal E4 (MOTOR ↔) en E1 ( SDO ↔). Tijdens het
•
afregelen wordt de SDO niet onder spanning gebracht!
Staan alle lamellen perfect verticaal? Lamellen staan verticaal als onder- of bovenvlak horizontaal staat (con-
•
troleer door er een recht profiel op te leggen).
Zoniet, breng MOTOR
•
afstelkastje.
Breng MOTOR ↔ onder spanning (afstelkastje).
•
Schuif het dak helemaal open (alle lamellen naar W1) tot de lamellen niet meer verschuiven (Lamellen tegen
•
elkaar), doch zonder dat de lamellen de first louver raken.
Laat de motor heel kort (max. 1 cm) terugschuiven (tegengestelde richting) om de spanning van de riem te laten.
•
Druk de witte instelknop uit aan paal E1 (SDO ↔).
•
Schuif het dak helemaal dicht (lamellen uit elkaar van W1 naar W2) tot de lamellen niet meer verschuiven (zonder
•
de first louver aan W2 te raken).
Laat de motor heel kort (max. 1 cm.) terugschuiven (tegengestelde richting) om de spanning van de riem te laten.
•
Druk de gele instelknop uit aan paal E1 (SDO ↔).
•
Afstelkastje
1
Dak dichtgeschoven
2
Motor
3
Dak opengeschoven
4
SDO
W2
W2
onder spanning en laat de lamellen draaien tot ze verticaal staan. Gebruik hiervoor het
1
2
3
4
3
M2
W1
W2
W1
SDO
17
L2
E3
S1
E2
L1
3
M1
E4
M2
S2
E1
L2
E4
3