Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Motorsensor Vervangen; De Kaart Van De Motorsensor Monteren; De Kaart Van De Motorsensor Verwijderen - Graco QUANTM FC1 Bediening, Onderdelen, Reparatie

Inhoudsopgave

Advertenties

De motorsensor vervangen

OPMERKING: Er zijn reparatiesets verkrijgbaar
(afzonderlijk aan te schaffen). Zie Sets en
toebehoren, pagina 34.
Zie A
. 12.
FB
Benodigd gereedschap:
Inbussleutel van 10 mm
T15 Torx-schroevendraaier
Inbussleutel van 3 mm
Diëlektrisch vet
Voorkom letsel door elektrische schokken door
alle elektrische bedrading door een gediplomeerd
elektricien volgens alle ter plaatse geldende
voorschriften en regels uit te laten voeren.

De kaart van de motorsensor verwijderen

1. Voer De apparatuur voorbereiden op reparatie,
pagina 13, uit.
2. Verwijder de plaat aan luchtzijde met pen
(44, 46, waar van toepassing).
3. Verwijder de bevestigingen (14) van de statorkap
aan sensorzijde (12).
4. Verwijder de statorkap (12) aan sensorzijde
voorzichtig van de statorbehuizing (1).
Voorkom beschadiging van de motorsensor of
draden door de statorkap (12) aan sensorzijde
voorzichtig te verwijderen. Stoot niet tegen de
statorkap aan sensorzijde bij het verwijderen.
5. Koppel de kabel van de motorsensor (4a) uit
de motorsensor (4).
6. Verwijder de bevestigingen (5) uit de motor-
sensor (4).
7. Verwijder de motorsensor (4) uit de stator-
behuizing (1).
8. Controleer op slijtage en beschadiging.
Vervang waar nodig.
3A7197E
LET OP

De kaart van de motorsensor monteren

1. Controleer of de stroom naar de apparatuur
is uitgeschakeld.
2. Zorg ervoor dat alle oppervlakken schoon zijn.
3. Breng diëlektrisch vet aan op de connector
van de motorsensorkabel (4a).
4. Sluit de motorsensorkabel (4a) aan op
de motorsensor (4).
5. Lijn de motorsensor (4) uit op de statorbehuizing
(1) en druk de sensor aan totdat deze vastklikt.
Monteer de bevestigingen (5) in de motorsensor
(4). Draai de bevestigingen (5) aan met 2,3 N•m
(20 in-lb).
6. Monteer de statorkap (12) aan sensorzijde
voorzichtig:
a. Lijn de pen (6) in de statorbehuizing (12)
uit met het pengat (6a) op de statorbehuizing
(1) en steek de statorbehuizing (12)
er voorzichtig in. Controleer of de statorkap
goed in positie is aangebracht.
Voorkom beschadiging van de motorsensor
of draden door de statorkap (12) aan sensorzijde
voorzichtig in te steken. Stoot niet tegen de
statorkap aan sensorzijde bij het monteren.
b. Installeer de bevestigingen (14)
in de statorkap (12) aan sensorzijde.
Draai aan tot 12 N•m (110 in-lb).
Zie Instructies voor aanhalen, pagina 38.
6a
1
4a
2
4
5
3
A
. 12: Motorsensor
FB
7. Voer De motor opnieuw kalibreren, pagina 29.
Reparatie
LET OP
Aandraaien tot 12 N•m
1
(110 in-lb).
Breng diëlektrisch vet
2
aan.
Aandraaien tot 2,3 N•m
(20 in-lb).
3
12
6
14
1
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave