Inhoudsopgave
Advertenties
De kap van het aansluitkastje
vervangen
Voer de volgende procedure uit bij het verwijderen
of installeren van de kap van het aansluitkastje (2).
Zie A
. 2.
FB
Benodigd gereedschap:
•
Inbussleutel van 10 mm
Voorkom letsel door elektrische schokken door alle
elektrische bedrading door een gediplomeerd
elektricien volgens alle ter plaatse geldende
voorschriften en regels uit te laten voeren.
De kap van het aansluitkastje verwijderen
1. Voer De apparatuur voorbereiden op reparatie,
pagina 13, uit.
2. Verwijder de bevestigingen (3) uit de kap van
het aansluitkastje (2).
3. Verwijder de kap van het aansluitkastje (2)
voorzichtig.
a. Kantel de kap van het aansluitkastje (2)
voorzichtig van de besturingskaart (15) af.
Zie A
. 2.
FB
b. Maak alle draden los van de kap van het
aansluitkastje (2) naar de besturingskaart
(15). Zie Bedradingsschema's, pagina 37.
Maak alle draden los voordat u de kap van het
aansluitkastje volledig verwijdert. Voorkom
beschadiging van draden en aansluitingen door de
kap schuin op zijn plaats te houden of de kap op
een werkvlak legt terwijl u de draden losmaakt.
c. Verwijder de kap van het aansluitkastje (2)
uit de statorbehuizing (1).
4. Controleer op slijtage en beschadiging.
Vervang waar nodig.
De kap van het aansluitkastje monteren
1. Controleer of de stroom naar de apparatuur
is uitgeschakeld.
2. Monteer de pakking (35) in de groef
in de statorbehuizing (1).
Voorkom schade aan de besturingskaart door
ervoor te zorgen dat de pakking (35) volledig
in de groef van de statorbehuizing (1).
3A7197E
LET OP
LET OP
3. Monteer de kap van het aansluitkastje (2):
a. Houd de kap van het aansluitkastje (2)
voorzichtig in positie in een hoek bij
de besturingskaart (15). Zie A
b. Als er een thermisch blok is meegeleverd,
controleer dan of dit aan de kap is bevestigd.
Als het eraf gevallen is, plaats het dan
bovenop de condensatoren voordat
u de kap terugplaatst.
c. Sluit de draden van de kap van het
aansluitkastje (2) aan op de besturingskaart
(15). Zie Bedradingsschema's, pagina 37.
Voorkomen schade aan draden, aansluitingen,
besturingskaart of motor door ervoor te zorgen
dat alle draden op de juiste plaats zijn aangesloten.
Zie Bedradingsschema's, pagina 37.
d. Lijn de kap van het aansluitkastje (2)
uit op de statorbehuizing (1).
e. Steek de bevestigingen (3) in de kap van het
aansluitkastje (2) en draai ze vast. Draai
de bevestigingen aan tot 13 Nm (115 in-lb).
Voorkom schade aan de draden of besturingskaart
door de draden niet af te knellen wanneer u de kap
van het aansluitkastje (2) op de statorbehuizing (1)
monteert.
4. Controleer of de kap van het aansluitkastje (2)
contact maakt met de statorbehuizing (1)
en de pakking (35) niet zichtbaar is.
Voorkom schade aan de besturingskaart door
ervoor te zorgen dat de pakking (35) volledig
in de groef zit en dat de kap van het aansluitkastje
(2) volledig op de statorbehuizing (1) is gedrukt.
Reparatie
. 2.
FB
LET OP
LET OP
LET OP
15
Advertenties
Inhoudsopgave
