De resterende-acculadingindicator is onjuist.
• Dit kan gebeuren wanneer u de camera gebruikt op een zeer hete of koude plaats.
• Er is een verschil opgetreden tussen de resterende-acculadingindicator en de daadwerkelijk resterende
acculading. Ontlaad de accu eenmaal volledig en laad deze daarna op om de aanduiding van de
resterende-acculadingindicator te corrigeren. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, kan de
weergave onjuist blijven.
• De accu is niet meer bruikbaar (pagina 164). Vervang deze door een nieuwe.
De accu kan niet worden opladen.
• U kunt de accu niet opladen met behulp van de netspanningsadapter (los verkrijgbaar). Gebruik de
acculader om de accu op te laden.
Het CHARGE-lampje knippert tijdens het opladen van de accu.
• Haal de accu uit de acculader en plaats hem op de juiste wijze weer terug.
• De temperatuur kan ongeschikt zijn voor opladen. Probeer de accu opnieuw op te laden binnen het
bedrijfstemperatuurbereik (10 °C t/m 30 °C).
• Voor verdere informatie, zie pagina 164.
Stilstaande beelden/bewegende beelden
opnemen
Beelden kunnen niet worden opgenomen.
• Als de beelden niet op een geheugenkaart kunnen worden opgenomen, maar in het interne geheugen
worden opgenomen ondanks dat de geheugenkaart in de camera is geplaatst, controleert u of de
geheugenkaart zo ver mogelijk in de gleuf is geduwd.
• Controleer de vrije ruimte in het interne geheugen of de geheugenkaart. Als deze vol is, doet u een
van de volgende dingen:
– Wis overbodige beelden (pagina 81).
– Plaats een andere geheugenkaart.
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Druk op de
(stilstaand beeld)/
• Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u een geheugenkaart van 1 GB of groter te
gebruiken.
• Stel [Demonstratiefunctie] in op [Uit] (pagina 108).
De lach-sluiterfunctie werkt niet.
• Er wordt geen beeld opgenomen als geen lachend gezicht wordt herkend.
• Stel [Demonstratiefunctie] in op [Uit] (pagina 108).
De antiwaasfunctie werkt niet.
• Het is mogelijk dat de antiwaasfunctie niet goed werkt tijdens het opnemen van nachtscènes.
• Neem op nadat u de ontspanknop tot halverwege hebt ingedrukt.
Het opnemen duurt erg lang.
• Als de sluitertijd langer wordt dan een bepaalde tijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van beelden op
donkere plaatsen, vermindert de camera automatisch de beeldruis. Deze functie heet NR
(ruisonderdrukking) lange-sluitertijdfunctie en de sluitertijd wordt langer.
• De dichte-ogenverminderingsfunctie is ingeschakeld. Wanneer [Dichte-ogenvermindering] is
ingesteld op [Autom.], stelt u dit in op [Uit] (pagina 73).
(bewegend beeld) toets.
148
NL