5
de vaatwasmachine instellen
DE VAATWASMACHINE AAN EN UIT ZETTEN
• Selecteer het gewenste programma met de programmakeuzeknop (1). Het lampje in de Start/Pauze-knop gaat aan.
• Kies eventueel een extra functie, zoals halve belading en/of uitgestelde start.
• Zet de machine aan door op de Start/Pauze-knop te drukken. Het lampje in de Start/Pauze-knop gaat uit en het
indicatielampje bij de functie Wassen (3) gaat aan.
Het verloop van het programma kunt u volgen via de indicatielampjes op het bedieningspaneel. Als de vaatwasmachine
bezig is met wassen, spoelen of drogen, zal het indicatielampje (3) blijven branden. Tijdens het drogen zal de
vaatwasmachine weinig tot geen geluid maken. gedurende 40 tot 50 minuten. Wanneer het indicatielampje Klaar (3)
oplicht, is het programma beëindigd.
• Zet de vaatwasmachine uit door de programmakeuzeknop (1) op de stand ● te draaien.
TIP!
Open de deur op een kier als het wasprogramma klaar is en wacht enkele minuten met het leeg maken van de
vaatwasmachine. Het vaatwerk is nog heet en kan door de hitte breken. Laat daarom het vaatwerk enkele
minuten afkoelen en het zal ook beter drogen.
EEN WASPROGRAMMA BEËINDIGEN OF WIJZIGEN
Als u een wasprogramma handmatig wilt stoppen of een ander programma wilt kiezen terwijl de vaatwasmachine al aan is.
• Open de deur voorzichtig als het programma al in werking is.
• Druk gedurende 3 seconden op de Start/Pauze-knop (2) terwijl de vaatwasmachine aan is. Het lampje Drogen zal aan
gaan als indicatie dat het programma gepauzeerd is. De machine zal gedurende ca. 30 seconden het al aanwezige water
wegpompen.
• Zodra het programma beëindigd is, zal het indicatielampje Klaar (3) oplichten.
• Zet de vaatwasmachine uit of stel een ander programma in.
16
•
Nederlands
●
3
1
2