Bediening
Bereid de elektrode
De elektrode wordt "droog" verzonden en moet voor gebruik met de meegeleverde
elektrolytoplossing worden gevuld. Het membraan moet op zijn plaats zitten en dient niet te
worden vervangen. Volg de procedure over het vullen van de gelaagde kap, te vinden aan het
einde van deze handleiding.
HINWEIS: Stellen Sie sicher, dass sich keine Luftblasen in der Elektrode vor Gebrauch
Stroomvoorziening van de ExStik
TM
De ExStik
maakt gebruik van vier (4) CR2032 lithium‐ionbatterijen. Druk op de AAN/UIT‐
knop om de meter aan te zetten of uit te schakelen. Als de batterijen zwak zijn, verschijnt de
'BAT'‐indicator op het LCD‐scherm. De functie voor de automatische uitschakeling schakelt de
®
ExStik
automatisch uit als de meter gedurende 10 minuten niet gebruikt wordt. De
automatische uitschakelfunctie kan om praktische redenen of voor een langere polarisatietijd
tijdelijk uitgeschakeld worden.
Polarisatieperiode na opstarten
Wanneer de ExStik® voor de eerste keer ingeschakeld wordt, moet de elektrode gepolariseerd
worden. Hiervoor moet er een polarisatieperiode van (ca.) drie minuten voorbijgaan voordat er
metingen verricht kunnen worden. Deze meter bevat een speciaal circuit dat, na het
inschakelen, zeven dagen lang een heel kleine instelstroom naar de elektrode blijft zenden.
Hierdoor blijft de elektrode gepolariseerd en kan de gebruiker onmiddellijk metingen uitvoeren
(binnen een periode van 7 dagen) zonder te moeten wachten tot de elektrode weer
gepolariseerd is. Elke keer dat de ExStik® ingeschakeld wordt, wordt de polarisatietimer gereset
en begint de periode van 7 dagen opnieuw. In de rechterbenedenhoek van het scherm
verschijnt een kleine asterisk die aangeeft dat het polarisatietimer‐circuit actief is. Als de ExStik®
langer dan zeven dagen niet gebruikt wordt, moet u 3 minuten wachten voordat u een meting
kunt uitvoeren.
Diagnostiek bij de inschakeling
1.
Als de meter ingeschakeld wordt, verschijnt op de LCD‐display "SELF" en "CAL" en gaat de
meter naar de diagnostiekmodus.
2.
Tijdens deze tijd roept de meter de kalibreergegevens van de gebruiker op, de
zelfdiagnostiek en initialiseert hij het schakelsysteem.
3.
Na het kalibreren gaat de meter over tot de normale meetmodus.
4.
Die DO600 sollten täglich für die Messgenauigkeit kalibriert werden
®
3
DO600-nl-NL_V7.3 7/15