NL
42
Installatiehandleiding
Ingebruikname van de boiler
1. Vullen van de boiler
1. Open de warmwaterkraan of –kranen.
2. Open de koudwaterkraan van de veiligheidsklep (controleer of de aftapk-
lep van de groep in gesloten positie staat).
3. Als de warmwaterkranen gelijkmatig stromen kunnen ze gesloten worden.
De boiler is gevuld met water.
4. Controleer de waterdichtheid van de aansluitingen van het buizenstelsel en
de afdichtstrip onder de afschermkap van de elektra, schroef deze vaster
aan indien nodig.
5. Controleer de goede werking van de waterelementen door de aftapkraan
van de veiligheidsgroep open en dicht te zetten en zo alle eventuele afval
te verwijderen.
2. Controleren van de goede werking
1. Zet het apparaat aan.
2. Zet, wanneer het elektrisch schakelbord is uitgerust met een aanstuur relais
voor daluren (lager nachttarief), de schakelaar in de stand
opwarmen
(I). Met deze schakelaar zijn drie standen mogelijk :
• Stand uit of
0
• Stand automatisch of
• Stand geforceerd opwarmen of
3. De rode en oranje lampjes gaan aan.
4. Na 15 tot 30 minuten moet er water gaan druppelen uit de aftapopening
van de veiligheidsgroep (deze opening moet zijn aangesloten op een
afvoerleiding).
Dit is een normaal verschijnsel, het komt door het uitzetten van het water
bij verwarming. De veiligheidsklep laat hierdoor een bepaalde hoeveelheid
water door om te zorgen dat de druk in het ketel niet hoger wordt dan 7
bar (0,7 MPa). Dit afgevoerde water kan tot 2 à 3% van de capaciteit van de
boiler bedragen bij volledige opwarming.
5. Controleer de waterdichtheid van de aansluitingen en de afdichtstrip
nogmaals.
u
Als u het apparaat voor de eerste keer aanzet kan er rook en een typische
geur van het verwarmingselement afkomen. Dit is een normaal verschijnsel
dat na enkele minuten verdwijnt.
u
Tijdens het opwarmen kan de boiler, afhankelijk van de waterkwaliteit, een
licht geluid maken, dat lijkt op het geluid van een waterkoker. Dit geluid is
normaal en duidt niet op een defect van het apparaat.
Auto
1
geforceerd