8. Het waterreservoir vullen met vers drinkwater, als het
apparaat weer in gebruik moet worden genomen (zie
hoofdstuk water bijvullen).
9. Bevestig de pomp in het waterreservoir door de pomp in
het systeem te plaatsen en de houder 90° met de klok
mee te draaien.
10. Plaats het waterreservoir weer in het apparaat.
11. Vergrendelen het waterreservoir, door de clip vanuit de
horizontale positie naar de verticale positie te draaien.
12. Zorg dat het waterreservoir goed wordt geplaatst, anders
zal het apparaat niet opnieuw worden ingeschakeld.
NL
Luchtfilter reinigen
Het luchtfilter moet worden gereinigd, zodra het vervuild is. Dit
is bijv. merkbaar aan een gereduceerde capaciteit (zie
hoofdstuk defecten en storingen).
Waarschuwing
Controleer of het luchtfilter niet versleten of
beschadigd is. De hoeken en randen van het luchtfilter
mogen niet zijn vervormd of afgerond. Controleer voor
het weer plaatsen van het luchtfilter of het
onbeschadigd en droog is!
1. Verwijder het luchtfilter uit het apparaat.
2. Verwijder het verdampingsfilter uit het luchtfilter.
3. Haal het luchtfilter uit de houder.
4. Maak het filter schoon met een zachte, licht bevochtigde,
pluisvrije doek. Is het filter sterk vervuild, maak het dan
schoon met warm water, vermengd met een neutraal
reinigingsmiddel.
5. Laat het filter volledig drogen. Plaats geen nat filter in het
apparaat!
6. Plaats het luchtfilter weer in de houder.
luchtkoeler PAE 21
17