• Zorg voor het inschakelen, dat het verdampingsfilter en het
luchtfilter zijn geplaatst.
Ventilatielamellen openen
• Stel voor het inschakelen van het apparaat de
ventilatielamellen bij de luchtuitlaat in.
Netsnoer aansluiten
• Steek de netstekker in een volgens de voorschriften
gezekerd stopcontact.
NL
Bediening
• Vermijd open deuren en ramen.
Bedieningselementen
12
Nr.
Aanduiding
12
Toets Off
13
Toetsen
Ventilatorsnelheid
14
Toets Oscillation
15
Toets Cooling
Waarschuwing voor elektrische spanning
Gevaar voor een elektrische schok!
Het apparaat is niet beschermd tegen water.
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok!
Gebruik het apparaat nooit in omgevingen waar
druppel-, spatwater of stromend water in het apparaat
kan binnendringen en dompel het nooit onder in water!
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat klaar voor gebruik is opgesteld, zoals in het
hoofdstuk in gebruik nemen is beschreven, kan het worden
ingeschakeld.
Bedrijfsmodus instellen
Het apparaat beschikt over de volgende bedrijfsmodi:
• Ventilatie
• Luchtkoeling
Ventilatie
Ga als volgt te werk voor het instellen van de ventilatie:
1. Druk op een van de toetsen Ventilatorsnelheid (13).
ð Het apparaat schakelt de ventilatie met de betreffende
ventilatorsnelheid in.
2. Druk op de toets Off (12), voor het uitschakelen van de
ventilatie.
Let op
Houd er rekening mee dat het apparaat niet
automatisch uitschakelt.
luchtkoeler PAE 21
13
14
15
Betekenis
Schakelt de ventilatie uit
Ventilatorsnelheid instellen:
I
Niveau 1 = laag
II
Niveau 2 = middelmatig
III
Niveau 3 = hoog
Swing-functie in- of uitschakelen
Luchtkoeling in- of uitschakelen
11