4. Klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
5. Klik op het tabblad Onderhoud.
6. Klik op Inktcartridges reinigen.
De reinigingspagina wordt afgedrukt.
7. Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, klikt u op Nogmaals reinigen.
8. Druk het document nogmaals af om te controleren of de afdrukkwaliteit is verbeterd.
Als u nog steeds niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit, veegt u de spuitopeningen schoon met een schone, droge doek en
drukt u het document opnieuw af.
Buitenkant van de printer reinigen
1. Controleer of de printer is uitgeschakeld en dat de stekker van het netsnoer uit het stopcontact is getrokken.
LET OP:
trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak alle kabels los van de printer
voordat u doorgaat om elektrische schokken te voorkomen.
2. Verwijder het papier uit de papiersteun en de papieruitvoerlade.
3. Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
KENNISGEVING:
oppervlak van de printer beschadigen.
4. Veeg alleen de buitenkant van de printer schoon. Verwijder hierbij eventuele inktresten die zijn achtergebleven op de
papieruitvoerlade.
KENNISGEVING:
beschadigd raken. Schade aan de printer die is veroorzaakt door het niet volgen van de juiste aanwijzingen voor
het reinigen van de printer, valt niet onder de garantie.
5. Zorg ervoor dat de papiersteun en papieruitvoerlade droog zijn voordat u een nieuwe afdruktaak start.
Gebruik geen huishoudelijke schoonmaakmiddelen of afwasmiddelen. Deze kunnen het
Als u een vochtige doek gebruikt om de binnenkant van de printer te reinigen, kan de printer