Fax doorsturen
De functie voor het doorsturen van faxen kunt u gebruiken om faxen te ontvangen wanneer u zich niet in de buurt van de
printer bevindt. Er zijn drie instellingen beschikbaar voor het doorsturen van faxen:
Uit: (standaardinstelling).
Doorsturen: de fax wordt doorgestuurd naar het opgegeven faxnummer.
Afdrukken en doorsturen: de fax wordt afgedrukt en vervolgens verzonden naar het opgegeven faxnummer.
Bedieningspaneel gebruiken
1. Blader in het hoofdmenu met de pijl naar links of rechts
2. Druk in het venster Faxnummer invoeren op de knop Selecteren
3. Blader met de pijl naar links of rechts
4. Blader met de pijl naar links of rechts
5. Blader met de pijl naar links of rechts
6. Selecteer met de pijl naar links of rechts
7. Geef met het toetsenblok het nummer op waarnaar u een fax wilt doorsturen. u kunt maximaal 64 tekens opgeven.
8. Druk op de knop Selecteren
OPMERKING:
Als u Doorsturen of Afdrukken en doorsturen selecteert, wordt Doorsturen weergegeven in de
linkerbenedenhoek van het menu met standaardinstellingen voor faxen.
Computer gebruiken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Zorg ervoor dat de printer is ingesteld voor het verzenden en ontvangen van faxen. Zie
op de printer
voor meer informatie.
3. Windows Vista:
a. Klik op
® Alle programma's.
b. Klik op Dell printers.
c. Klik op Dell V505.
Windows XP of Windows 2000:
Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell printers® Dell V505.
4. Selecteer Dell Faxconfiguratieprogramma.
Het dialoogvenster Wizard Faxconfiguratie van Dell wordt geopend.
naar Faxinstelling en druk op de knop Selecteren
naar Bellen en antwoorden en druk op de knop Selecteren
naar Fax doorsturen en druk op de knop Selecteren
een optie en druk op de knop Selecteren
om de instelling op te slaan.
naar FAXEN en druk op de knop Selecteren
.
Externe apparaten aansluiten
.
.
.
.
.