7
Selecteer en sluit alle aardingsdraden aan, ook die voor uw
installatie.
10
Sluit de NEUTRO-kabel van
de driver (AC-N) aan op de
NEUTRAAL-kabel van uw
installatie.
13
B
Zodra de kabels zijn aangesloten, plaatst u het onderdeel B.
binnen het stuk F, Zoals op de afbeelding te zien is.
22
NEDERLANDS
8
11
Eenmaal verbonden, plaatst
u het stuk I vastschroeven
tot het vast zit.
14
F
ZONDER LICHT
9
Eenmaal verbonden, plaatst
u het stuk I vastschroeven
totdat het veilig is.
12
Sluit de PHASE-kabel van
de driver (AC-L) aan op de
PHASE-kabel van uw instal-
latie. Eenmaal verbonden,
plaatst u het stuk I.
I
I