Aansluiten op een onbuigbare installatiebuis
De kookplaat heeft een verbindingsstuk met een G½" schroefdraad. De kookplaat moet zo op de gasinstallatie aangesloten
worden, dat er op geen enkel punt van de installatie en op geen enkel element van de kookplaat spanning ontstaat.
Als er een overdreven draaimoment toegepast wordt bij het aandraaien (meer dan 20 Nm), dan kan dit de aansluiting
beschadigen of kan er lekkage ontstaan.
De gasleiding mag de metalen behuizing aan de achterzijde van de kookplaat niet raken.
Attentie! Steeds nadat de drukregelaar vervangen wordt, moet de kookplaat een technische keuring ondergaan die
de gaskranen en de uitstroombeveiliging omvat.
Opgelet! Na de installatie van de kookplaat moet de afdichting van alle aansluitingen gecontroleerd worden met bv.
water met zeep. Er mag geen vuur gebruikt worden om de afdichting te controleren.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
•
Controleer of de spanning overeenkomt met die vermeld is op het typeplaatje.
•
Sluit de kookplaat aan op een geaard stopcontact.
Let op: Het aansluitpunt moet altijd bereikbaar zijn.
•
HET OMBOUWEN VAN DE KOOKPLAAT NAAR EEN ANDER SOORT GAS
Het ombouwen van de kookplaat naar een ander soort gas mag enkel uitgevoerd worden door een erkend installateur met
de gepaste kwalificaties.
Als het gas waarmee de kookplaat gevoed moet worden, verschilt van het gas dat voor de kookplaat voorzien is in de
fabrieksversie, d.w.z. G25/ 25.3-25 mbar, dan moeten de inspuiters vervangen worden en moet de vlam opnieuw ingesteld
worden.
Om de kookplaat om te bouwen naar de verbranding van een ander soort gas, moet u:
• de inspuiters vervangen (zie de gastabel hieronder);
• de "spaarvlam" instellen.
Opgelet! De kookplaat is door de producent uitgerust met inspuiters die in de fabriek aangepast zijn aan het verbranden van
het gas dat opgegeven is op het typeplaatje.
Gastabel
G25/25.3-25 mbar*
Inspuiter
Inspuiter
diameter
markering
1
0.72 mm
2
0.97 mm
3
1.15 mm
Vlam van de brander
1. Vervang de inspuiter door de juiste inspuiters volgens
Vol
de gastabel
2. Draai de regelmoer lichtjes open en regel de grootte
Spaarzaam
van de vlam
Om de instellingen te regelen moeten de gasregelknoppen verwijderd worden.
De toegepaste inspuiters van de gaskookplaat vereisen geen instelling van de basisluchtstroom. Een correcte vlam heeft
binnenin duidelijk blauwgroene kegeltjes.
Een korte, ruisende vlam of een lange, gele, rokende vlam zonder duidelijk afgetekende kegeltjes wijst op een slechte
kwaliteit van het gas in de huisinstallatie of een beschadigde of vervuilde brander. Om de vlam te controleren moet u de
brander ongeveer 10 minuten laten branden met volle vlam en daarna de draaiknop van het ventiel op spaarvlam plaatsen.
De vlam mag niet uitgaan of overspringen naar de branderkoppen.
* Op het typeplaatje van uw product staat vermeldt voor welke gassoort uw kookplaat geschikt is. Informeer bij de service
organisatie van Inventum als u het apparaat om wilt bouwen voor gebruik met een ander type gas. In de handleiding van
de ombouwset staat de werkwijze.
G25/25.3 mbar*
(kW)
1
0,95
2
1,70
3
2,90
10
•
Nederlands
G20/20 mbar
Inspuiter
diameter
72
0.72 mm
97
0.97 mm
115
1.15 mm
Omschakeling van aardgas naar vloeibaar gas
1 Sudderbrander
2 Normaalbrander
3 Sterkbrander
G30/30 mbar
Inspuiter
Inspuiter
markering
diameter
72
0.50 mm
97
0.65 mm
115
0.85 mm
1. Vervang de inspuiter door de juiste inspuiters volgens
de gastabel
2. Draai de regelmoer lichtjes open en regel de grootte
van de vlam
SABAF branders
Inspuiter
markering
50
1 Sudderbrander 0.95 kW
65
2 Normaalbranders 1.70 kW
85
1 Sterkbrander
Omschakeling van vloeibaar gas naar aardgas
2.90 kW