Het is verboden om rechtstreeks water op het apparaat te spuiten of te gooien.
Het is verboden om het verpakkingsmateriaal (karton, nietjes, plastic zakjes, enz.) te
verspreiden, achter te laten of binnen het bereik van kinderen te laten aangezien het een
potentiële bron van gevaar kan zijn.
Alle gewone en buitengewone onderhoudswerkzaamheden moeten plaatsvinden op een
stilstaande machine zonder stroomvoorziening.
Leg u handen niet op de bewegende onderdelen en steek er geen schroevendraaiers, sleutels of
ander gereedschap in.
De machineverantwoordelijke en de onderhoudsmedewerker moeten goed opgeleid en getraind
zijn om hun taken uit te kunnen voeren in veilige omstandigheden.
De bedieners zijn verplicht om de persoonlijke beschermingsmiddelen en de bepalingen ten
aanzien van ongevallenpreventie voorzien door de nationale en internationale wetten en
normen te kennen.
De Europese Gemeenschap heeft een aantal richtlijnen inzake de veiligheid en de gezondheid van de
werknemers uitgevaardigd, waaronder: 89/391/EEG, 89/686/EEG, 2009/104/EEG, 86/188/EEG en
77/576/EEG en volgende integraties/wijzigingen die iedere werkgever verplicht is na te komen en af te
dwingen. Wij wijzen u daarom op het volgende:
Het manipuleren of vervangen van machineonderdelen die niet uitdrukkelijk door de fabrikant
zijn goedgekeurd, is verboden. Deze ingrepen ontheffen de fabrikant van elke burgerlijke of
strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Het gebruik van componenten, verbruiksgoederen of reserveonderdelen die niet door de
fabrikant worden aanbevolen en/of in deze handleiding worden vermeld, kan een gevaar
vormen voor de bedieners en/of de machine beschadigen.
De werkplek van de bediener moet schoon en opgeruimd zijn en vrij worden gehouden voorwerpen die
de vrije doorgang kunnen belemmeren. De werkplek moet voldoende verlicht zijn voor de beoogde
werkzaamheden. Onvoldoende of overmatige verlichting kan risico's met zich meebrengen.
Zorg altijd voor voldoende ventilatie van de werkruimten en zorg dat de afzuigsystemen altijd
goed werken, in uitstekende staat verkeren en in overeenstemming zijn met de voorziene
wettelijke bepalingen.
De unit werkt met het koudemiddel R32, die is opgenomen in de lijst met broeikasgassen (GWP 675) die vallen
onder de eisen van de EU-verordening n. 517/2014 genaamd "F-GAS" (verplicht in het Europees gebied). Eén van
de bepalingen in deze verordening, vereist dat de bedieners die werken in installaties met broeikasgassen in het
bezit zijn van een certificaat, afgegeven door de bevoegde autoriteit, die verklaart dat zij met succes een examen
hebben afgelegd waardoor zij bevoegd zijn om dergelijke werkzaamheden te verrichten. Met name
Tot 3 kg totale hoeveelheid koudemiddel in het apparaat: verklaring categorie 2.
Vanaf 3 kg totale hoeveelheid koudemiddel in het apparaat: verklaring categorie 1.
Het koudemiddel R32 in gasvorm is zwaarder dan de lucht, wanneer het wordt verspreid in het milieu heeft
de neiging zich sterk te concentreren in slecht geventileerde ruimtes. De inademing ervan kan oorzaak zijn
van duizeligheid en een gevoel van verstikking, indien in contact met open vuur of hete voorwerpen, kan het
dodelijk gas ontwikkelen (lees paragraaf 4.4 van het veiligheidsinformatieblad van het koudemiddel.
Houd rekening met het feit dat koudemiddelen reukloos kunnen zijn
Voor iedere ingreep op het warmtepompsysteem, geldt het volgende:
Draag de juiste PBM (in het bijzonder beschermhandschoenen en beschermbril).
Zorg voor een goed geventileerde werkplek. Voer geen werkzaamheden uit in gesloten of
dieper gelegen ruimtes waar weinig luchtcirculatie is.
Werk niet met het koudemiddel in de nabijheid van hete onderdelen of open vuur.
4.1 VEILIGHEID EN GEZONDHEID VAN DE WERKNEMERS
6