In geval van storing tijdens de werking
Als de indicatorlampjes op het unitindicatorpaneel abnormaal gaan branden of niet meer werken als gevolg van een blikseminslag enz., haal dan de stekker uit het
stopcontact en wacht minstens 5 seconden alvorens de stekker weer in het stopcontact te steken en de unit weer in te schakelen.
Bevochtigingsfunctie
Verschijnsel
Er is geen bevochtiging hoewel er water in
de watertank zit
(De bevochtigingsfilterunit draait niet)
Het water in de watertank wordt niet
opgebruikt
Het bevochtigingsfilter draait niet
De LUCHTMONITOR-indicator geeft altijd
een hoge vochtigheidsgraad aan wanneer de
vochtigheidsweergave is geselecteerd
De op de unit aangegeven waarden van
vochtigheid en temperatuur verschillen van
andere hygrometers en thermometers
• Aangezien deze unit bevochtigt door verdamping, wordt het water langzaam verbruikt
wanneer de luchtvochtigheid hoog is of de temperatuur laag.
• De bevochtigingsfunctie stopt wanneer de luchtvochtigheid in de ruimte de ingestelde
doelvochtigheid bereikt.
► Pagina 23
• Brandt het bevochtigerlampje?
¼ Als het lampje niet brandt, druk dan op
• Zijn de bevochtigingsfilters en de bevochtigingsfilterunit goed bevestigd?
► Pagina 39, 42
¼ Zorg dat de bevochtigingsfilters en de bevochtigingsfilterunit goed bevestigd zijn.
• Is de vlotter in de bevochtigingsbak goed bevestigd?
¼ Zorg dat de vlotter in de bevochtigingsbak goed bevestigd is.
• Zit er kalkafzetting of vuil op de bevochtigingsfilters?
¼ Kalk- of vuilafzetting op de bevochtigingsfilters kunnen de prestaties verminderen.
Vuilafzetting op de bevochtigingsfilters is afhankelijk van de waterkwaliteit en kan
leiden tot verminderde prestaties.
Reinig de bevochtigingsfilterunit.
• Brandt het watertoevoerlampje?
¼ Als dit brandt, is de bevochtigingsbak niet goed bevestigd.
Bevestig de bevochtigingsbak opnieuw.
• Knippert het geursensorlampje?
¼ Als het knippert, is het deodorisatiefilter of de filterbevestiging niet goed bevestigd.
Als het deodorisatiefilter of de filterbevestiging niet goed is bevestigd, zal de
luchtstroomsnelheid afnemen en de bevochtiging stoppen.
Bevestig het deodorisatiefilter en de filterbevestiging op de juiste manier.
► Pagina 14, 15
• Is de luchtstroomlimiet ingesteld op "Ventilatorstop" wanneer het
watertoevoerlampje brandt?
¼ Als de luchtstroomlimiet is ingesteld op "Ventilatorstop" wanneer het
watertoevoerlampje brandt, stoppen de ventilator en het bevochtigingsfilter.
► Pagina 33, 34
• Staat de unit naast een raam of op een plaats die blootstaat aan koude wind?
¼ Het is mogelijk dat alleen de lucht rondom de unit een hoge vochtigheidsgraad heeft.
Probeer de unit naar een andere plaats te verplaatsen.
• Kamers met weinig zonlicht of slechte ventilatie of kamers in de buurt van natte ruimtes,
zoals de badkamer, worden gemakkelijk vochtig, dus deze kamers hebben vaak een
hogere luchtvochtigheid.
• Onmiddellijk na ingebruikname kan de luchtvochtigheid hoger worden weergegeven dan
deze in werkelijkheid is, afhankelijk van de toestand van de lucht in de unit.
Laat de unit ongeveer 1 uur draaien en controleer opnieuw.
De weergave op de unit kan verschillen van die van andere hygrometers of thermometers.
• Dit komt omdat de vochtigheid en de temperatuur zelfs in dezelfde ruimte ongelijk
worden door de luchtstroom.
Gebruik de Luchtmonitor-indicator als een ruwe schatting.
• Is de luchtstroomlimiet ingesteld op "Ventilatorstop" wanneer het
watertoevoerlampje brandt?
¼ Als de luchtstroomlimiet is ingesteld op "Ventilatorstop" wanneer het
watertoevoerlampje brandt, stopt de ventilator. Als de ventilator stilstaat, reageren de
vochtigheidssensor en de temperatuursensor mogelijk niet goed.
Opsporen en verhelpen van problemen
Controlepunten
.
► Pagina 39
► Pagina 39-41
► Pagina 39
► Pagina 33, 34
52