2
Druk op
om de instelling te veranderen*.
Bij elke druk wordt gewisseld tussen
"Normaal" en "Laag".
"Normaal"
"Laag"
Werking van de streamer
Instelling streamer-
Instelling
Normaal
Stil, Laag
AAN-UIT
Standaard
AAN-UIT
Turbo
AUTO VENTILATOR/
ANTI-POLLEN/
AAN-UIT
BEVOCHTIGEN/
CIRCULATOR
ECONO
AAN-UIT
AUTO-bedrijf
AAN-UIT
• De werkingstoestand AAN-UIT van de
streamer betekent dat de streamer
automatisch wordt in- en uitgeschakeld,
afhankelijk van de mate van
luchtverontreiniging en de
luchtstroomsnelheid.
Over het streamer-lampje
• Als de streamer op "AAN-UIT" of "AAN"
staat, brandt dit altijd. (In de
monitoringstand brandt dit niet)
Brandt niet wanneer de streamer op
"UIT" is ingesteld.
* Als de lampjes niet veranderen, zelfs niet nadat de instellingen zijn gewijzigd, haalt u de stekker uit het stopcontact, wacht u minstes 5 seconden, steekt u vervolgens de stekker weer
in het stopcontact en herhaalt u de bovenstaande procedure vanaf het begin.
Druk op
Er klinkt een korte bieptoon en het lampje
van de ANTIPOLLENSTAND knippert terwijl
het VENTILATOR-lampje knippert volgens
de nieuwe instelling.
output
Laag
UIT
"Normaal"
AAN
UIT
3
.
[Knippert]
"Laag"
Geavanceerde instellingen
4
Terwijl het lampje knippert,
haalt u de stekker uit het
stopcontact, wacht u
minstens 5 seconden en
steekt u de stekker weer in
het stopcontact.
De instelling is nu voltooid.
Stekker
Stopcontact
• Als deze procedure niet wordt
uitgevoerd, keert de unit niet terug
naar de normale bedrijfsstand.
• De instellingen blijven behouden, ook
als de stekker van de unit uit het
stopcontact wordt gehaald.
28