2. Verwijder de knoppen uit de waterwandpanelen en verwijder deze twee panelen. Hierdoor kan dit gebied
worden geïnspecteerd.
3. Inspecteer de waterwand en het waterbekken visueel op:
•
obstakels en verstoppingen
•
beschadiging
•
corrosie
•
vervuiling
4. Verwijder verstoppingen.
5. Plaats de twee panelen van de waterwand terug.
6. Verwijder het afneembare deel van de wateropvangkanalen.
7. Verwijder verstoppingen en reinig de wateropvangkanalen.
8. Herinstalleer alle wateropvangkanalen op dezelfde manier waarop ze werden gedemonteerd.
9. Installeer de bovenpanelen van de watergeleidingswand opnieuw.
Controleer of iedereen het toestel heeft verlaten alvorens u het toegangsluiken vergrendelt.
10. Start de ventilator(en) en pomp(en).
VENTILATOR EN MOTOR
Wanneer het systeem in bedrijf is, moet de buitenzijde van het motorhuis en van de ventilator minstens om de
zes maanden (of vaker, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden) gereinigd worden om een afdoende
motorkoeling te bereiken. Controleer iedere drie of zes maanden de volgende punten:
•
Elektrische aansluitingen
•
Motorbeveiligingen
•
opgenomen amperage
•
Motorlagers op lawaai/oververhitting
•
Buitenzijde van de motor en ventilator op corrosie
•
Ventilator op schade aan de schoepen en behuizing
•
Motorcondensatiegaten op verstopping, indien nodig
Wanneer de buitenzijde van de motor en de ventilator wordt gereinigd:
•
Gebruik geen waterstraal of hogedrukreiniger
•
Gebruik geen zure, alkalische of oplosmiddelgebaseerde reinigingsmiddelen
•
Gebruik voor het reinigen geen voorwerpen met scherpe punt of scherpe rand
Zorg ervoor dat er geen gewichtklemmen worden verwijderd tijdens het reinigen.
36
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . C O M
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING