Inhoudsopgave
Advertenties
Wanneer geen warmteafvoer vereist is en een '0'-signaal naar de motoren wordt gestuurd, blijven ze draaien
met een vooraf ingesteld minimumtoerental van ongeveer 40 rpm. Dit voorkomt dat zich condensatie in de
motor vormt door de warmte die via de wikkelingen wordt afgevoerd. Bovendien zijn de lagers door de
constante beweging beschermd tegen vroegtijdige schade, waardoor de totale levensduur van de motor wordt
gemaximaliseerd.
Deze functie kan worden uitgeschakeld door parameter D112 via het digitale bussysteem te activeren. Het is
echter ten stelligste aan te bevelen deze functie geactiveerd te houden.
Ventilator PM van 15 kW
Deze ventilatormotoren zijn uitgerust met verwarmingsweerstanden die moeten worden geactiveerd wanneer
de motor stationair draait. De verwarmingsweerstanden houden de interne temperatuur van de motor boven het
omgevingsdauwpunt wanneer de motor is uitgeschakeld, waardoor condensatie in de motor wordt voorkomen.
AFSCHUDFUNCTIE
De afschudfunctie heeft tot doel dat een ventilator met vastgevroren ventilatorbladen zijn motor vrij kan
schudden door te proberen de ventilator afwisselend in beide richtingen te starten. Tijdens dit proces wordt het
modulatieniveau bij elke poging verhoogd. De eerste poging begint met het standaard beginmodulatieniveau en
de gewenste rotatierichting. Als de ventilator hierdoor niet aan het draaien kan worden gebracht, wordt bij elke
volgende poging de rotatierichting omgekeerd en wordt het beginmodulatieniveau verhoogd met 5%, tot een
waarde die niet hoger is dan toegestaan om schade aan de ventilator te voorkomen. Tegelijk wordt een
waarschuwing voor de schudfunctie gegenereerd.
EC-ventilatormotor van 7 kW met Modbuscommunicatie
ALARMEN EN WAARSCHUWINGEN
Ventilatoren gestuurd via ModBus RS485
De volgende alarmen zijn beschikbaar via het bussysteem:
UzLow
RL_Cal
n_Limit
BLK
HLL
TFM
FB
SKF
TFE
PHA
Als een alarm wordt gedetecteerd, wordt de motor gestopt; hij wordt pas weer gestart nadat de fout werd
verholpen.
5 Communicatie ventilatormotor
5 Communicatie ventilatormotor
DC-koppeling onderspanning
Kalibratiefout rotorpositiesensor
Snelheidslimiet overschreden
Vergrendelde motor
Fout Hall-sensor
Motor oververhit
Ventilator slecht (algemene fout, ingesteld voor elke fout die zich voordoet)
Communicatiefout tussen master- en slave-controller
Voedingsmodule oververhit
Fasestoring
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . C O M
17
Advertenties
Inhoudsopgave
