Er kunnen bedieningspictogrammen worden gebruikt om effecten in te stellen, overbelichting
te compenseren of andere bewerkingen in één eenvoudige stap uit te voeren.
geeft de functies aan die bij bewegende beelden worden gebruikt en
de functies die bij stilstaande beelden worden gebruikt.
Uitleg van functies bekijken tijdens automatisch opnemen (hulpstand)
Selecteer [ ] in stap
vorige pagina.
● Selecteer [EXIT] in stap
● In de hulpstand kunnen er geen functies worden ingesteld of foto's worden gemaakt.
Fade
Met deze functie laat u beelden en geluid geleidelijk opkomen of verdwijnen
aan het begin of aan het eind van een opname.
Geef de bedieningspictogrammen weer.
Begin met opnemen.
● Kan tijdens het opnemen van stilstaande beelden niet worden gebruikt.
● De miniatuur kan zwart of wit zijn.
● De instelling wordt geannuleerd nadat de opname wordt gestopt of de camera
wordt uitgeschakeld.
De kleur voor het laten opkomen en verdwijnen van het beeld in
zwart of wit veranderen
→[GEAVANCEERD]→[FADE KLEUR]→[WIT] / [ZWART]
op de
1
1/2NEXT
of druk op de knop [MENU] om deze te sluiten.
1/2NEXT
Selecteer de functie die moet
worden uitgelegd.
Volgende
De uitleg wordt weergegeven
Selecteer [
].
Wanneer u de functie opnieuw selecteert,
wordt de instelling geannuleerd.
Stop met opnemen.
1/2NEXT
35
35
VQT1M28
VQT1M28