Verwijder de glasplaat boven
de groentelade niet om een
goede luchtcirculatie te
garanderen.
5.3 Groentelade
In het onderste deel van het apparaat
bevindt zich een speciale lade die
geschikt is voor de opslag van groenten
en fruit.
5.4 Temperatuurindicator
Voor het op de juiste manier bewaren
van het voedsel is de koelkast uitgerust
met het temperatuurindicator. Het
symbool aan de zijwand van het
apparaat duidt de koudste zone in de
koelkast aan.
Als OK wordt weergegeven (A), breng
dan vers voedsel naar een zone die is
aangegeven met een symbool, zo niet
(B), wacht dan ten minste 12 uur en
controleer of het OK (A) is.
Als het nog steeds niet OK (B) is, stelt u
de instellingsregeling in op een koudere
stand.
A
B
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
6.1 Tips voor
energiebesparing
• Koelkast: Het meest efficiënte
energiegebruik is verzekerd in de
OK
OK
5.5 Het bewaren van
ingevroren voedsel
Als je het apparaat voor de eerste keer
inschakelt of na een periode waarin het
niet is gebruikt, dien je het apparaat
minstens 3 uur te laten werken voordat je
de producten in het vak legt.
Bewaar het voedsel op minstens 15 mm
afstand van de deur.
LET OP!
Bij onbedoelde ontdooiing
door bijvoorbeeld
stroomuitval, waarbij de
stroom langer is
uitgeschakeld dan de
waarde die op het
typeplaatje staat onder
'tijdsduur', moet het
ontdooide voedsel snel
worden geconsumeerd of
onmiddellijk worden bereid,
vervolgens afgekoeld en
daarna opnieuw worden
ingevroren.
5.6 Ontdooien
Diepgevroren of gevroren voedsel kan,
voordat het wordt geconsumeerd,
worden ontdooid in de koelkast of in een
plastic zak onder koud water.
Deze handeling is afhankelijk van de
beschikbare tijd en het soort voedsel.
Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren
gekookt worden.
configuratie waarbij de lades zich in
het onderste deel van het apparaat
bevinden en de rekken gelijkmatig
verdeeld zijn. De positie van de
NEDERLANDS
11