Elektronische en conventionele transformatoren altijd
¾
met de door de fabrikant aangegeven minimumbelasting
gebruiken.
Uitsluitend dimbare ledlampen gebruiken, normale ledlam-
¾
pen kunnen onherstelbaar worden beschadigd.
Bij vervanging van de lamp de voedingsspanning (op de
¾
zekeringkast) uitschakelen, zodat de automatische lasther-
kenning weer actief wordt.
Lastaansluitingen (L´) van dimmers niet parallel schakelen.
¾
De dimmer niet overbruggen of kortsluiten.
¾
Vóór de dimmer geen scheidings- of regeltransformator
¾
installeren.
Gewikkelde en elektronische trafo's niet gecombineerd
¾
installeren.
Gewikkelde trafo's en leds niet gecombineerd installeren.
¾
Geen toets met glimlamp aansluiten.
¾
Correcte automatische lastherkenning is alleen mogelijk bij
¾
aangesloten belasting.
Uitsluitend door de fabrikant voor dimmen goedgekeurde
¾
transformatoren gebruiken.
4. Beschrijving van de bedrijfsmodi
DIMAX 541 plus E
In de automatische modus beschikt de dimmer over de vol-
gende functies:
•
Dimmen
•
Memoryfunctie
•
Wek- en sluimerfunctie
DIMAX 542 plus S
De dimmer heeft een draaischakelaar om de 4 bedrijfsmodi
mee in te stellen:
Auto (defaultwaarde)
met comfortfunctie, met automatische lastherkenning voor de
gebruikelijke lamptypes; wek- en sluimerfunctie is actief
Prog
Minimale lichtsterkte inleren
LED 2
Functie voor leds die in Auto slecht dimbaar zijn; geen auto-
matische lastherkenning (altijd met faseaansnijding); wek-
en sluimerfunctie is actief
L Sommige ledlampen kunnen in LED 2 een overbelasting
veroorzaken en dat leidt automatisch tot omlaagdimmen
van de belasting.
Kies Auto om dit te vermijden
¾
Perm ON (testfunctie)
met automatische lastherkenning, dimmer is continu aan
5. Instelling van de functies
1. Wekfunctie (comfortfunctie)
•
actief in Auto, LED2
De dimmer dimt in 5 minuten tijd van de minimale lichtsterkte
naar 100% (activering door dubbelklikken).
2. Sluimerfunctie (comfortfunctie)
•
actief in Auto, LED2
De dimmer dimt in 5 minuten tijd van de actuele lichtsterkte
naar minimale lichtsterkte en schakelt daarna uit (activering
door dubbelklikken).
3. Dim-inschakelfunctie
•
geldt voor Auto, LED2
De dimmer schakelt op minimale lichtsterkte aan en dimt
totdat men de toets loslaat of de maximale lichtsterkte is
bereikt (activering door lang indrukken van de toets).
4. Memoryfunctie
De dimmer heeft bij het inschakelen de laatste, voor het uit-
schakelen opgeslagen lichtsterkte.
5. Minimale lichtsterkte (alleen bij DIMAX 542
plus S)
•
geldt voor Prog
Minimale lichtsterkte inleren
De vooraf ingestelde minimale lichtsterkte is zo ingesteld dat
de meeste lampen nog branden.
Draaischakelaar op Prog zetten. De dimmer schakelt naar
¾
de huidige minimale lichtsterkte.
Toets op ingang A indrukken en omhoog- of omlaagdim-
¾
men totdat de gewenste minimale lichtsterkte is bereikt.
Toets loslaten; de lichtsterkte wordt overgenomen.
¾
Draaischakelaar weer op de gewenste functie (bijv. Auto)
¾
zetten.
Reden: Als de waarde daalt tot onder een bepaalde lichts-
terkte, gaan de meeste leds uit of flikkeren.
6. Bediening
Licht is UIT (met toets: ingang A)
Toets 1x kort
< 0,5 s Memoryfunctie
indrukken
De dimmer heeft bij het inschakelen de
laatste, voor het uitschakelen opgeslagen
lichtsterkte.
> 0,5 s Dim-inschakelfunctie
Toets 1x lang
indrukken
De dimmer heeft bij het inschakelen de
minimale lichtsterkte en dimt tot de toets
wordt losgelaten of de maximale lichtsterkte
is bereikt.
Toets 2x kort
Wekfunctie
indrukken
Dimmer heeft bij het inschakelen de minimale
lichtsterkte, vervolgens wordt in 5 minuten tijd
naar 100% gedimd.
2