5
|
Bediening
Uitblaasrichting instellen
5.5.2 Ventilatorsnelheid
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
28
Richting
Vaste stand. De binnenunit blaast de
lucht uit in 1 van 5 vaste standen.
Draaien. De binnenunit wisselt af tussen
de 5 standen.
Auto. De uitblaasrichting van de
binnenunit verandert afhankelijk van de
door een bewegingssensor
gedetecteerde beweging.
INFORMATIE
▪
Afhankelijk van het type binnenunit en/of de lay-out en organisatie van het
systeem, is de automatische stand niet beschikbaar.
▪
Bij sommige types binnenunit kan de uitblaasrichting niet worden ingesteld.
Automatische uitblaasregeling
In de volgende omstandigheden wordt de uitblaasrichting van de binnenunits
automatisch geregeld:
▪
Als de kamertemperatuur hoger is dan het instelpunt voor de verwarmstand op
de controller (inclusief automatische stand).
▪
Als de binnenunits in de verwarmingsstand draaien en de ontdooifunctie actief is.
▪
Als de binnenunits in de continue stand draaien en de uitblaasrichting
horizontaal is.
1 Navigeer naar het uitblaasrichtingmenu.
2 Stel de uitblaasrichting in met
3 Druk op
om te bevestigen.
Gevolg: De uitblaasrichting van de binnenunit verandert en het thuisscherm
verschijnt weer op de controller.
De ventilatorsnelheid is het vermogen waarmee de lucht uit de binnenunit wordt
geblazen.
Scherm
en
.
Madoka afstandsbediening met kabel
BRC1H52W+K+S
4P596266-1 – 2020.12