3
Elektrische componenten
3.1
De aandrijfeenheid
De aandrijving bestaat uit aparte aandrijvingen voor de elektrisch beweegbare verstelling
van de rugleuning en de beensteun. De hoogte-afstelling vindt plaats door middel van
twee hefkolommen die aan het hoofd- en voeteneinde bevestigd zijn. Bij de aan de
binnenkant aangebrachte besturingskast hoort een schakelkast met een gelijkrichter,
waarin de ingangsspanning wordt omgezet in een veilige laagspanning van maximaal 29
volt DC gelijkstroom. De motoren, hefkolommen en handbediening werken met deze
ongevaarlijke lage spanning.
De
vermogensregeling
veiligheidsprestaties komen daarom overeen met beschermingsklasse II en de
bescherming tegen vocht van beschermingstype IPX4.
De maximale inschakelduur is aangegeven op het bed (typeplaatje). Bijvoorbeeld 10% ID
(inschakelduur) (2 min. ON / 18 min. OFF) betekent dat elke elektrische verstelling
maximaal 2 minuten per 20 minuten mag worden uitgevoerd (beveiliging tegen
oververhitting).
Als de maximale versteltijd van twee minuten wordt overschreden, bijvoorbeeld door het
voortdurend spelen met de handbediening, en de besturing, respectievelijke de
aandrijving oververhit raakt, dan schakelt de thermische veiligheid onmiddellijk de
volledige stroomverzorging van het bed uit. Na een afkoelingsperiode van ca. een uur
wordt de stroomverzorging naar de besturing automatisch weer ingeschakeld.
3.2
Voorzichtig: Elektrische aandrijving
Het elektrisch bediende verpleegbed maakt door de veelvoudige functies mogelijk om het
genezingsproces van de hulpbehoevende persoon psychologisch en fysiek te
ondersteunen en tegelijkertijd de pijn te verlichten. Als medische hulpmiddelen vereisen
elektrisch bediende bedden een bijzonder zorgvuldige aandacht met het oog op de
voortdurende veiligheidscontroles. Daarbij horen ook de veilige omgang met het bed, de
dagelijkse controle van de elektrische apparatuur en het correct onderhoud en reiniging.
Om beschadigingen van de kabels te voorkomen, moeten de kabels buiten het bereik
worden aangebracht waarin ze beschadigd kunnen raken. Ook moet worden voorkomen
dat de kabels contact maken met scherpe randen. Om letsel door een elektrische schok
te vermijden moet de kans op contact met te hoge spanning worden uitgesloten. Deze
omstandigheden doen zich met name voor als de netvoedingskabel beschadigd is, er
ontoelaatbare en te hoge lekstromen optreden of als er vloeistof in de motorbehuizing is
binnengedrongen, door bijvoorbeeld ondeskundige reiniging. Door deze beschadigingen
kunnen storingen optreden in de besturing en daardoor ongewenste bewegingen
zorgt
voor
een
14
constante
werkingssnelheid.
De