In de onderstaande afbeeldingen zijn de zwarte gedeelten inactief en de witte actief.
1. Anamorfisch: ("ANA" op de
afstandsbediening) Past de
verhoudingen van het beeld
zodanig aan dat het in het
midden van het beeld wordt
weergegeven met een
beeldverhouding van 16:9.
2. 4:3: Past het beeld zodanig
aan dat het in het midden
van het scherm wordt
weergegeven in een
beeldverhouding van 4:3.
3. Letterbox: ("LB" op de
afstandsbediening) Vergroot
het beeld in een
brievenbusvorm zodat het op
het volledige scherm wordt
weergegeven in een
verhouding van 16:9. De boven- en onderrand van het
beeld worden weggesneden.
De instelling Anamorfisch rekt en vergroot het beeld lineair, behalve dat het de verticale en horizontale
afmetingen onafhankelijk behandelt. Het rekt de hoogte van de bronafbeelding zover uit totdat de volledig
geprojecteerde hoogte wordt bereikt, en rekt vervolgens de breedte van het bronbeeld uit totdat de volledig
geprojecteerde breedte wordt bereikt. Hierdoor kan de geprojecteerde beeldverhouding veranderen, afhankelijk
van de originele beeldverhouding van het bronsignaal. Anamorfisch is vooral geschikt voor beelden met een
beeldverhouding van 16:9, zoals HDTV, omdat dit beeld met dezelfde beeldverhouding wordt weergegeven.
De instelling 4:3 is vooral geschikt voor 4:3-beelden zoals standaard tv en dvd-films met een verhouding van 4:3,
omdat deze dan op de originele beeldverhouding worden weergegeven.
De instelling Letterbox verandert een afbeelding proportioneel, zowel de verticale als horizontale afmetingen
worden aangepast, van een breedte van 4:3 tot de breedte van 16:9 en centreert dit op het scherm. Dit produceert
een beeld waarvan de hoogte groter is dan kan worden weergegeven, zodat een deel van het beeld verloren gaat
(wordt niet weergegeven) aan de boven- en onderrand van de projectie. Dit is geschikt voor de weergave van
films die in de letterbox-indeling zijn gepresenteerd (met zwarte balken aan boven- en onderkant).
De instelling Breed rekt het beeld horizontaal op non-lineaire wijze uit. Dit betekent dat de gedeeltes aan de rand
van het beeld meer worden uitgerekt dan het middengedeelte van het beeld om vervorming van het middendeel
tegen te gaan. Dit is geschikt in situaties waarin u de breedte van een 4:3-beeld wilt uitrekken naar een breedte
van een 16:9-beeld. De hoogte wordt niet aangepast. Sommige breedbeeldfilms zijn zodanig geproduceerd dat de
breedte is samengeperst tot de breedte van 4:3, en deze kunnen het beste worden weergegeven door ze terug te
rekken naar de originele breedte met de instelling Breed.
De instelling Reëel geeft het beeld weer in een één op één verhouding in het midden van het beeld zonder dat de
grootte of verhoudingen van het beeld zijn gewijzigd. Dit is met name geschikt als een pc en rgbhd-
ingangssignaal wordt gebruikt.
30
De projector gebruiken
4. Breed: Een beeld met een verhouding van 4:3
wordt NON-lineair vergroot in horizontale
richting om te passen op 16:9 volledig scherm.
Alleen de rechter- en linkerdelen van het beeld
worden uitgerekt; het middendeel blijft
ongewijzigd.
5. Reëel: Eén op één weergave van het
ingangssignaal zonder enige schaalaanpassing
met het beeld midden in het scherm.