GEBRUIKSAANWIJZING 12-kanaals Temperatuurdatalogger PCE-T 1200
5.5 Achtergrondverlichting display
De achtergrondverlichting van het display kunt u, wanneer het apparaat ingeschakeld is, met behulp
van de Power toets in- en uitschakelen. Indien de pieptoon geactiveerd is, klinkt er een pieptoon bij
het in- of uitschakelen van de achtergrondverlichting.
6 Gegevensopslag
6.1 Voorbereiding
a) Plaatsen van de SD-kaart:
Plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf. Let hierbij op de juiste richting en oefen hier geen
druk bij uit. De geheugenkaart zou zonder grote moeite geplaatst moeten kunnen worden.
b) Formatteren van de SD geheugenkaart:
Wanneer u de kaart voor de eerste keer in gebruik neemt, dient u deze eerst te formatteren.
Informatie hierover vindt u in hoofdstuk 8.8.
c) Instellen van de tijd:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer in gebruik neemt, dient u de tijd in te stellen.
Informatie hierover vindt u in hoofdstuk 8.1.
d) Decimaalteken instellen:
In de fabrieksinstellingen wordt gebruik gemaakt van een punt als decimaalteken, bijv.
"20.6" of "1000.53". U kunt het decimaalteken echter ook wijzigen in een komma, bijv.
"20,6" of "1000,53". Informatie hierover vindt u in hoofdstuk 8.3.
6.2 Automatische datalogger functie
a) Datalogger starten:
Druk eenmaal op de REC toets. Op het display verschijnt het REC symbool. Druk aansluitend
op de Logger toets. Het REC symbool begint te knipperen, en de gegevens worden
opgeslagen op de SD-kaart.
b) Datalogger blokkeren:
Terwijl de datalogger geactiveerd is kunt u de functie tijdelijk blokkeren met behulp van de
Logger toets. Het Rec symbool stopt in dit geval met knipperen.
c) Datalogger uitschakelen:
Wanneer de datalogger geactiveerd is kunt u deze uitschakelen met behulp van de REC toets.
Houd de REC toets 2 seconden lang ingedrukt, en het REC symbool zal verdwijnen van het
display.
6.3 Handmatige datalogger functie
a) Stel de opname-interval in op 0 seconde.
Druk eenmaal op de REC toets, op het display verschijnt het REC symbool. Druk aansluitend
op de Logger toets. Het REC symbool begint te knipperen, en er klinkt een pieptoon. De
gegevens worden opgeslagen op de SD-kaart. Onderin op het display wordt het
geheugennummer van de SD-kaart weergegeven.
8