De instellingen die u doet kunt u opslaan in Patches (presets).
DE PATCH EEN NAAM GEVEN
1
Ga naar MENU.
2
Ga naar PAGE A. (pagina A)
3
Ga naar de PATCH functie mode.
4
Voer de naam (NAME) in.
PATCH
Druk op de [MENU/EXIT] toets.
De MENU mode wordt weergegeven.
Wanneer deze pagina niet wordt weergegeven drukt u op
[PAGE] en ga naar PAGE A.
Selecteer de PATCH door op de [PARAM] toets te drukken.
Druk dan op de [ENTER] toets en u komt in de PATCH functie
mode.
U kunt namen tot 10 letters geven.
[PARAM] toets: verplaatst de cursor.
[VALUE] Knop: selecteert de letters.
U kunt het hele alfabet gebruiken met grote en kleine letters,
maar ook tekens, cijfers en symbolen.
De ingevoerde naam is nu nog tijdelijk. Sla alles op zoals
uitgelegd op de volgende pagina.
39
Setting Up