Pak de achterstaanders AC en DB uit doos
B en monteer die met aan de onderste
zijregels (verbinding A-A en B-B).
Let er daarbij op dat de gaten voor de
verbindingen C-C, E-E en D-D, F-F in
dezelfde richting zitten.
Ook de gaten voor de stiftmoeren zitten
dan aan dezelfde zijde.
Monteer het samenstel van achterste
staander met onderste zijregel aan beide
kanten van het getouw (verbindingen D-D,
F-F en C-C, E-E). Schuif ze eerst op de
drevels en maak dan de verbindingen met
de draadeinden, stiftmoeren, ringen en
dopmoeren.
Schuif de opboomhendel (uit doos B) op
de doekboom (uit doos C) en let er daarbij
op dat de pal aan de goede kant van het
palwiel komt te liggen.
Plaats de doekboom met het houten eind
in het gat van de rechter zijregel en de
andere kant in de cirkelvormige groef van
de linker zijregel. Doordat de zijregels nog
niet vast gemonteerd zijn, kun je de
zijregels zover uit elkaar duwen dat je de
boom ertussen kunt plaatsen.
Nu is het tijd om de linker zijregel met de
twee schroeven stevig vast te schroeven.
De rechter zijregel moet pas later worden
vastgezet, nadat de zijkanten van het
getouw met voet- en achterregel
verbonden zijn.
7