11-7. Specificaties voor zwarte tekens
Afdrukrichting
Bovenmarge: 14 mm of meer
Opmerking:
1) De hierboven aangegeven snijpositie geldt als geheugenschakelaar 2 (instelling begin van afdrukpositie) op de standaard-
instelling staat.
2) De PCS-waarde voor het zwarte teken moet 0,90 of meer zijn.
3) Bij de fabrieksinstelling kan de printer soms zwarte tekens niet correct detecteren, afhankelijk van het gebruikte papier
en de afdrukkwaliteit van die tekens.
We adviseren u de instellingen uit te voeren als de printer het door u gebruikte papier bevat.
4) De nauwkeurigheid van de papieraanvoer tot de beginpositie via detectie van zwarte tekens is ±2 mm vanaf de referentie-
afdrukpositie. De nauwkeurigheid van de printlengte is ±2% van de ingestelde waarde, rekening houdend met de
omgevings temperatuur en de foutmarge in het productieproces van de plaatkern. Tel bij de ingestelde waarde maximaal
-5% foutenmarge op rekening houdend met de levensduur. Gebruikt u voorbedrukt papier, let dan op de layout bij het
printen.
5) Bij toepassing van zwarte tekens geldt het hierboven getoonde afdrukgebied.
De bovenmarge bestaat uit ongeveer 13 mm tussen de afdrukpositie en de afsnijpositie (auto-snijden) en minimaal
1 mm (8 dot regels) papierdoorvoer bij printen na het afsnijden. De minimale bovenmarge is dus 14 mm.
Zorg ervoor dat de in de bovenstaande figuur getoonde marge wordt gebruikt. Zo voorkomt u dat de waarde voor het
afdrukgebied in de toevoerrichting de afstand van de zwarte tekens overschrijdt. Anders zou de printer pagina's kunnen
overslaan.
[Voorbeeld van instelling afdrukgebied]
<Bij een afstand tussen de zwarte tekens (afstand A) van 100 mm>
Bovenmarge: 14 mm / ondermarge: 3 mm + (100 mm × 0,03) = 6 mm
De afdruklengte in de doorvoerrichting moet 80 mm of minder zijn.
Achterzijde
Lengte A: 30 tot 300 mm
van papier
2,5 mm
Snijpositie
5 ±1 mm
Afdrukgebied
Ondermarge
3 mm + lengte A × 3% of meer
De afdrukzijde
is de voorrand
van het papier.
- 42 -
15 mm of meer