Houd u aan de bijzondere veilig-
•
heidsvoorschriften in de betreffen-
de hoofdstukken.
Houdt u zich eventueel aan de wet-
•
telijke richtlijnen of ongevalpreven-
tievoorschriften inzake de omgang
met afkortzagen.
A
Algemeen gevaar!
Houd uw werkplek op orde – een
•
onordelijke werkplek kan ongevallen
tot gevolg hebben.
Wees aandachtig. Let op wat u
•
doet. Ga verstandig te werk. Ge-
bruik de machine niet wanneer u
niet geconcentreerd bent.
Houd rekening met omgevingsin-
•
vloeden. Zorg voor goede verlich-
ting.
Zorg voor een goede lichaamshou-
•
ding. Zorg ervoor dat u op een ste-
vige ondergrond staat en let vooral
op een goed evenwicht.
Gebruik het apparaat niet in de na-
•
bijheid van ontvlambare vloeistof-
fen of gassen.
Het apparaat mag alleen ingescha-
•
keld en gebruikt worden door perso-
nen die vertrouwd zijn met afkortza-
gen en de gevaren bij de omgang
ermee.
Personen beneden de 18 jaar mo-
gen deze machine alleen bedienen
in het kader van een beroepsoplei-
ding en onder het voortdurend toe-
zicht van een ervaren leraar.
Let erop dat er zich geen onbevoeg-
•
de personen, voornamelijk kinde-
ren, in de gevarenzone begeven.
Zorg ervoor dat geen andere perso-
nen het apparaat of het snoer kun-
nen aanraken.
Vermijd overbelasting – belast de
•
werktafel niet zwaarder dan in de
technische gegevens is aangege-
ven.
A
Gevaar door elektrische
stroom!
•
Stel het apparaat niet bloot aan re-
gen.
Gebruik dit apparaat niet in een
vochtige of natte omgeving.
Voorkom dat u tijdens werkzaamhe-
den met dit apparaat in contact
komt met geaarde elementen zoals
radiatoren, buizen, ovens, koelkas-
ten.
Gebruik het snoer niet voor doelein-
•
den waarvoor het niet bedoeld is.
A
Verwondingsgevaar aan be-
wegende delen!
Neem dit apparaat nooit in gebruik
•
zonder gemonteerde veiligheids-
voorzieningen.
Houd steeds voldoende afstand van
•
het zaagblad. Gebruik desnoods
geschikte hulpmiddelen voor de ma-
teriaaltoevoer. Houd tijdens het ge-
bruik voldoende afstand van aange-
dreven onderdelen.
Wacht tot het zaagblad stilstaat
•
vooraleer u kleine werkstukdelen,
houtresten enz. verwijdert uit het
werkbereik.
Zaag alleen werkstukken die groot
•
genoeg zijn, zodat ze bij het zagen
veilig vastgeklemd kunnen worden.
Rem het uitlopende zaagblad niet af
•
door er aan de zijkant tegenaan te
drukken.
Controleer of het apparaat geschei-
•
den is van het stroomnet alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren.
Zorg dat er zich bij het inschakelen
•
(bijvoorbeeld na onderhoudswerk-
zaamheden) geen montagegereed-
schap of losse onderdelen meer in
het apparaat bevinden.
Trek de netstekker uit, wanneer u
•
het apparaat niet gebruikt.
A
Gevaar voor snijwonden, ook
bij rechtopstaand snijwerktuig!
Trek veiligheidshandschoenen aan
•
als u snijwerktuigen moet vervan-
gen.
Bewaar de zaagbladen zo dat nie-
•
mand zich eraan kan verwonden.
A
Gevaar door terugslaan van
de zaagkop (zaagblad blijft in het
werkstuk hangen en de zaagkop
schiet plots omhoog)!
Let erop dat het gebruikte zaagblad
•
geschikt is voor het materiaal van
het werkstuk.
Houd de handgreep stevig vast. Op
•
het moment dat het zaagblad in het
NEDERLANDS
werkstuk dringt, is het terugslagge-
vaar bijzonder groot.
Gebruik voor het zagen van dunne
•
werkstukken of werkstukken met
dunne wanden uitsluitend zaagbla-
den met fijne tanding.
Zorg ervoor dat de zaagbladen
•
steeds scherp zijn. Zorg dat stompe
zaagbladen onmiddellijk worden
vervangen. Er bestaat verhoogd te-
rugslaggevaar, wanneer een stom-
pe zaagtand in het oppervlak van
het werkstuk blijft hangen.
Zet het werkstuk nooit "op z'n smal-
•
le kant" (tijdens het schaven).
Tijdens het zagen van gleuven,
•
moet u zijdelingse druk op het zaag-
blad vermijden – gebruik een klem-
inrichting.
Controleer in geval van twijfel de
•
werkstukken op vreemde voorwer-
pen (bijvoorbeeld spijkers of schroe-
ven).
Zaag nooit verschillende stukken –
•
ook geen bundels met verschillende
aparte stukken tegelijk. Er is gevaar
voor lichamelijk letsel als aparte
stukken zonder steun door het
zaagblad worden gegrepen.
c
Intrekrisico!
Let erop dat tijdens het bedrijf geen
•
lichaamsdelen of kledingstukken
door roterende onderdelen kunnen
worden vastgegrepen en ingetrok-
ken (geen dassen, geen hand-
schoenen, geen kledingsstukken
met wijde mouwen dragen; bij lange
haren in ieder geval een haarnet
gebruiken).
Zaag nooit werkstukken waaraan
•
zich
– touwen
– snoeren
– riemen
– kabels of
– draden bevinden of die dergelijke
materialen bevatten.
A
Gevaar door onvoldoende
persoonlijke veiligheidsuitrusting!
Draag oordoppen.
•
Draag een veiligheidsbril.
•
5