0.3 mA
Figuur 22 – Anodecontrole
Let op dat het water ten minstens één keer moet worden verwarmd tot operationele
temperaturen voordat de test hierboven kan worden uitgevoerd.
Ter vervanging van de anode moet het volgende gebeuren:
• Sluit de koud water aanvoer aan op QN7.
• Sluit een slang aan op de vul- en aftapkraan QN5 zodat het water van het buffervat
naar de dichtstbijzijnde retour kan weglopen.
• Open een warmwatertap (om vacuüm in het buffervat te voorkomen).
• Wanneer het waterpeil in het buffervat onder de anode is, kan deze worden verwij-
derd voor inspectie en vervanging.
Controle en vervanging van de anode moeten alleen worden uitgevoerd door gekwali-
ficeerd personeel.
44