i
12
Algemene waarschuwingen
1.
Raadpleeg uw hoorspecialist als u een vreemd voorwerp in uw gehoorgang aantreft, als u huid-
irritatie ondervindt of als u last heeft van overmatig oorsmeer bij het dragen van uw hoortoe-
stel.
2. Verschillende soorten straling, bijvoorbeeld van NMR-, MRI- of CT-scanners kunnen schade
veroorzaken aan uw hoortoestel. Draag uw hoortoestel daarom niet tijdens deze of soortgelijke
scanprocedures. Andere soorten scanners (inbraakalarm, bewegingsmelders, radioapparatuur,
mobiele telefoons etc.) bevatten minder straling en beschadigen uw hoortoestel niet. Ze kunnen
echter wel tijdelijk de geluidskwaliteit van hoortoestellen beïnvloeden of ongewenste geluiden
veroorzaken.
3. Draag uw hoortoestel niet in mijnen, olievelden of andere explosieve ruimten, tenzij deze ruim-
ten zijn vrijgegeven voor het gebruik van hoortoestellen.
4. Laat uw toestellen niet dragen door anderen.
5. Bij kinderen en mensen met een beperking moet altijd worden toegezien op een correct gebruik.
Het toestel bevat kleine onderdelen die verstikkingsgevaar kunnen opleveren. Laat ze daarom
niet zonder toezicht achter met het hoortoestel.
6. Hoortoestellen mogen alleen gebruikt worden zoals ze zijn ingesteld door uw hoorspecialist.
Onjuist gebruik kan leiden tot plotseling en permanent gehoorverlies.
7.
Waarschuwing voor hoorspecialisten: bij hoortoestellen waarvan het maximum geluidsniveau
132dB SPL overschrijdt (gemeten met een oorsimulator volgens IEC 60711:1981), dient extra
zorgvuldigheid in acht te worden genomen bij het aanpassen. Het risico bestaat dat het gehoor
anders nog verder beschadigd raakt.
8. Schakel uw draadloze functionaliteit uit door de vliegtuigmodus te gebruiken in omgevingen
waar het uitzenden van radiogolven verboden is.
41