Bedieningshandleiding FLG 50
6
Applicatiebeschrijving
6.1
Galvanische aankoppeling
Het galvanische, of ook de directe aankoppelingsmethode
bestaat daaruit, dat de te zoeken kabels of pijpen door
verbindingsleidingen direct aan de generator aan te sluiten,
om daarmee een audiofrequentie stroom door de op te
zoeken leiding te laten vloeien. Er moet daarbij opgelet
worden, dat de stroomcirkel van een uitgangsbus naar
anderen echt gesloten is. Bij een onderbreking, op welke
plaats dan ook, blijft het resultaat van de lokalisering uit. Met
hulp van de meegeleverde verbindingsleidingen wordt de
aansluiting als volgt:
6.1.1 Lokalisering van leidingen met aardspies aansluiting
De aardspies is met een afstand van ca. 20 m. en in hoek
van 45° tot het te vermoeden verloop van de pijpleiding in de
aarde in te brengen. Daarbij moet gelet worden op goed
contact van de aardspies met de aarde. Eventueel moet de
aarde aan de plaats van contact bevochtigd worden.Voor
verbinding van generator aan de aardspies is een haspel HK
25 of de als extra toebehoren HK 100 (100 m) te gebruiken.
Met een van de beide korte verbindingsleidingen wordt de
generator met de haspel verbonden. Daartoe bevindt zich
zijdelings aan de haspel een daarvoor bestemde bus. De
tweede korte verbindingsleiding is dan met de afmeetklem te
voorzien, die aan het toegankelijke leidingstuk geklemd
wordt. Ook hierbij moet in acht worden genomen, dat het
contact van de klem niet door roest of verf aangetast wordt.
De andere stekker is in de 2. uitgangsbussen van de
generator te steken. Beide uitgangsbussen van de generator
zijn nu bezet.
Afbeelding 3 :
bed_FLG50_dt_V10_vertaling.DOC-NL 05-2004
Galvanische aansluiting aan een pijpleiding
17