De printer onderhouden
Belangrijk:
c
❏ Open de scannereenheid niet of schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen
van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
❏ Bij reiniging van de printkop wordt inkt gebruikt. Voer dit daarom niet vaker uit dan nodig.
❏ Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.
❏ Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na 3 herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging, moet u ten
minste 12 uur wachten zonder af te drukken, de printkopcontrole opnieuw uitvoeren en daarna, indien nodig, de
printkopreiniging herhalen. Het wordt aanbevolen de printer uit te schakelen met de knop
afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd, voert u Krachtige reiniging uit.
❏ Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.
U kunt de printkop controleren en reinigen via het bedieningspaneel van de printer.
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Spuitkan. contr..
3. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
4. Controleer het afdrukpatroon om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn.
❏ A:
Alle lijnen worden afgedrukt. Selecteer Nee. Er zijn geen aanvullende stappen benodigd.
❏ B of dicht bij B
Enkele spuitkanaaltjes zijn verstopt. Selecteer Ja en vervolgens reiniging op het volgende scherm.
❏ C of dicht bij C
Als de meeste lijnen ontbreken of niet zijn afgedrukt, wijst dit erop dat de meeste spuitkanaaltjes verstopt
zijn. Selecteer Ja en vervolgens Krachtige reiniging op het volgende scherm.
5. Volg de instructies op het scherm om printkopreiniging of Krachtige reiniging uit te voeren.
6. Als het reinigen beëindigd is, wordt het testpatroon van het kanaal automatisch afgedrukt. Herhaal het
reinigen en afdrukken van het testpatroon tot alle lijnen geheel afgedrukt worden.
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
u d l r
106
>
De printkop controleren en re
P
en drukt u op de knop OK.
. Als de