4
4
AANWIJZING
Gevaar voor beschadiging indien niet volgens de voorschriften
wordt gereinigd!
Verontreinigde of beschadigde microvezeldoeken kunnen het te reinigen
oppervlak beschadigen.
•
Gebruik geen sterk verontreinigd microvezeldoeken met vreemde deeltjes, om
beschadigingen aan het de reinigen oppervlakken te voorkomen.
•
Controleer de microvezeldoek in principe voor elk gebruik op vaste vreemde
deeltjes, om beschadigingen aan de reinigen oppervlakken uit te sluiten.
•
Verwijder mogelijke grove verontreinigingen van de te reinigen oppervlakken
voordat u de ruitenreiniger gebruikt.
•
Gebruik voor het reinigen geen wasverzachter of vergelijkbare wasmiddelen.
•
Gebruik voor het reinigen geen bleekmiddel.
•
Was de microvezeldoek op maximaal 60°C.
•
Laat de microvezeldoek drogen (mag ook in de wasdroger worden gedroogd).
30 − 60 °C
8. Schuif het reservoir weer op de ruitenreiniger (4) als het helemaal
droog is.
9. Plaats de ruitenreiniger op het parkeerframe.
10. Sluit uw ruitenreiniger niet met de oplader op het stopcontact
aan als u de ruitenreiniger niet gebruikt, om onnodig
energieverbruik te voorkomen.
8
Onderhoud
8.1
Microvezeldoek wassen
Maak de microvezeldoek regelmatig schoon.
1. Was de microvezeldoek zonder wasverzachter en zonder
bleekmiddel in de wasmachine op maximaal 60°C.
2. Laat de microvezeldoek drogen (mag ook in de wasdroger worden
gedroogd).
25